Fundamenten: Hfdst. 6. Het gebed

Hoofdstuk 6

Inhoudsopgave: Studie klik hier  
Fundamenten van het Christelijk geloof

Hoofdstuk 6. Het gebed

Lezen

 Mattheüs 7:7-11;
Filippenzen 4:6-9

Het vorige hoofdstuk eindigde met: op Gods beloften mogen we biddend pleiten. Of anders gezegd: je mag bidden om Gods beloften.
En Gods geboden, Zijn leefregels, dan? Daarvoor mag je bidden dat God die in je uitwerkt.

‘Als je bidt, let er dan vooral op dat je dan tot God spreekt.
En wanneer je uit de Bijbel leest, let er dan vooral op dat God tot je spreekt’,

een quote van Augustinus (uit een commentaar van hem op Psalm 85 – gevonden in een boek van Bart Jan Spruyt). Het fundament leggende Woord van God is in hoofdstuk 1 van onze studiereeks aan de orde geweest.

Nu tijd om over het gebed te spreken.

Over weinig onderwerpen is zoveel geschreven als over het gebed. Terecht, gezien het wezenlijke belang voor onze relatie met God. Zoals het onmogelijk is dat gelovigen zonder de voeding van Gods Woord kunnen, is het onmogelijk dat er gelovigen zijn die niet bidden.

Als Ananias de opdracht van de Heere Jezus krijgt naar de christenvervolger Saulus te gaan om hem verder te helpen (Handelingen 9), had die zich eigenlijk geen zorgen hoeven maken, omdat de Heere er aan toevoegt, vers 11: ‘(…) want zie, hij bidt’.
En iemand die bidt, is veranderd.

Als we God leren kennen, wordt bidden een heel ‘normale’ zaak. Zoals Jezus sprak met Zijn Vader en de discipelen met hun Meester, mogen ook wij ons uit-spreken naar God.

 

De twee belangrijkste pijlers van ons geloofsleven zijn:

  1. het lezen en overdenken van Gods Woord
  2. en het bezig zijn met gebed.
In de Bergrede lezen we: ‘Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle Woord dat uit de mond Gods uitgaat (Mattheüs 4)’,
maar evenzeer: ‘Bidt en u zal gegeven worden (Mattheüs 7)’.
In Psalm 119:105 lezen we: ‘Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad’,
maar in dezelfde Psalm ook, vers 18: ‘Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van uw wet (thora: onderwijzing)’.

Door beide worden we gezegend: Filippenzen 4:6,7 en vers 8,9.

Twee ezelsbruggetjes:
één t.a.v. Gods Woord: Mattheüs 4:4 (zie hoofdstuk 1);
en één t.a.v. het gebed: Mattheüs 7:7.

  • Wat is het eerste dat in je opkomt, als het woord ‘gebed’ valt?
  • Denk je dat jouw gedachte overeenkomt met bovenstaande?
  • James Packer begint het hoofdstuk ‘Als u bidt’ (uit het boek Groeien in Christus) met te zeggen dat tegenwoordig veel mensen het moeilijk vinden om tot God te bidden. Waarom?
  • Welke invloed heeft hoe we tegen God aankijken op ons gebed (stel dat je twijfelt aan Gods liefde voor jou persoonlijk, of aan Zijn integriteit, of aan Zijn almacht)?
  • Vaak wordt de term ‘stille tijd’ (quiet time) gebruikt. Er wordt mee bedoeld de (dagelijkse) tijd voor en met God door middel van Bijbel lezen, overdenken en gebed.
  • Hoe is dit (op dit moment) bij jou?
  • Je zou je Stille tijd je ‘warme maaltijd’ met God kunnen noemen.
  • Wat valt ons (echter) op als we
    Psalm 1:2 en
    Kolossenzen 4:2 /
    1Thessalonicenzen 5:17 opslaan?
  • Hoe maak je dit praktisch?
  • Welke twee gebedselementen komen in Kolossenzen 4:2 naar voren?
  • Welke komt bij jou het meest tot zijn recht?
  • In 1Johannes 2:1 zien we een ander gebedsonderdeel; welk?
  • Een belangrijk gebedselement is ook: voorbede (bidden voor anderen – Kolossenzen 4:3,4).
  • Dankzegging is familie van lofprijs
  • Psalm 117.
  • Ondertussen is het duidelijk dat ons gebed niet moet afhangen van een ‘gevoelsdaad’ of een ‘spontane actie’. Het is een duidelijke opdracht.
    Toch is het eigenlijk (net als het bezig zijn met Gods Woord) een geweldig voorrecht. Dat wil zeggen het bidden tot de levende God op zichzelf en het feit dat God op het gebed geeft!
    Wat leren we in Filippenzen 4:6,7 en 1Petrus 5:7?
  • Wat is de goede gebeds-houding?
    1Petrus 5:6.
  • Hiermee verbonden: wat leren we in Psalm 24:3,4
  • (vgl. 1Petrus 3:7)?
  • Het gaat hier dus om de innerlijke houding. De Bijbel schrijft geen normatieve lichaamhouding voor.
    In de Bijbel zien we dat mensen bv. staan
    (Lukas 18:11,13);
    ook wordt er geknield (Handelingen 20:36).

    Ten onzent kennen wij het vouwen van onze handen en het sluiten van onze ogen.

    Waarom is het goed zo nu en dan te knielen als je bidt, bv. tijdens je gebed voor het slapen gaan?

    Verder kunnen we hardop bidden
    (1Koningen 8:56)

    of in onszelf bidden
    (1Samuël 1:12,13).

    Wat is het voordeel – ook als je alleen bent – van hardop Bijbellezen en bidden (vergelijk het sluiten van je ogen)?

    Veel mensen concluderen uit Mattheüs 6:6 (bidden in de binnenkamer) dat het gebed een individuele zaak moet zijn.

    Wat denk jij?

    Handwijzing: kijk naar het verband en vergelijk Schrift met Schrift
    (bv. Handelingen 1:14 en 12:12)

  • Wordt elk afzonderlijk gebed verhoord?
    Filippenzen 4:7;
    Mattheüs 26:39,42;
    1Johannes 5:14,15.
  • Wat wil God ons op het gebed geven?
    Mattheüs 7:11
  • In Romeinen 12 en 1Korinthe 12 zien we:
    dat God naar zijn soevereine wil (1Korinthe 12:6,11)
    de gelovigen door Zijn Geest ieder één of meer gaven (talenten) toedeelt tot opbouw van de gemeente (1Korinthe 12:7).

    Als het gaat om gebed, om welke genadegave zou in 1Korinthe 12:9b,30a kunnen gaan?

  • We mogen bidden om alles wat God aan ons beloofd heeft.
    Hoe zien we dat mooi in Psalm 138? Psalm 138:8.
  • Zie ook Psalm 119:25.
  • de Kanttekenaars bij de St.V. maken bij ‘naar Uw Woord’ terecht de aantekening: d.i.: naar Uw belofte).

  • en Psalm 119:58.
  • Vgl. ook: Jakob in Gen. 32:9-12.
  • Dat God ons hoort hebben we te danken aan Zijn Zoon, onze Middelaar, de Heere Jezus Christus. Op grond van Zijn volbrachte werk en onze band met Hem (door het geloof), hebben we vrije toegang tot God, onze Vader.

  • Vandaar dat we onze gebeden vaak beëindigen met ‘om Jezus’ wil (vanwege Jezus) of ‘in Jezus’ Naam’.
    ‘Jezus’ Naam’ (de Heere Jezus zoals Gods Woord Hem openbaart) is onze pleit-grond. Niet onze, maar Jezus’ verdienste is het, dat God naar ons luistert!
    Hebreeën 10:19-22
  • Waarom zouden de heidenen veel woorden gebruiken in hun gebed
    (Mattheüs 6:7)?

    Hoe zit het met Mattheüs 6:8:
    bidden – God weet wat je nodig hebt?

  • Aan de ene kant is bidden eenvoudig: praten met God, je hart bij Hem uitstorten.
  • Toch is er ook veel te leren. Vandaar dat de Heere Jezus direct, serieus ingaat op de vraag van de discipelen: ‘Leer ons bidden’.
  • De inhoud van Zijn antwoord vinden we in Lukas 11:2-4:
    ‘Wanneer gij bidt, zegt …’
    en dan volgt wat wij wel noemen het ‘Onze Vader’, Jezus’ gebedsonderwijs aan ons.
  • In Mattheüs 6 geeft de Heere een wat uitgebreidere versie.
  • Hoe mogen we God aanspreken?
    Mattheüs 6:9a.

  • Wat wil dat zeggen (zie ook bij punt 8)?
  • Welke dingen mogen we vragen – zes beden?
    Vers 9b-13a.

  • Wie en wat staat in de eerste drie beden centraal?
    Vgl. Mattheüs 6:33.
  • Gaat dat niet ten koste van ons?
  • Wat is de reden van Gods verhoring?
    Vers 13b (‘want’)
  • Deze reden is tegelijk lofprijs!
  • N.B. Jezus heeft het gebed dus als gebedsonderwijs, gebedsmodel gegeven (dít zijn de gebeds-ingrediënten), niet om het altijd en alleen letterlijk na te zeggen. Anders zouden we trouwens altijd en alleen dít gebed in de Bijbel (moeten) tegen komen.
  • Onterecht heeft de NBG-51de lofprijs tussen haken gezet en de NBV in een aantekening onderaan – alsof er twijfel zou bestaan of het wel tot de Bijbeltekst hoort. De meeste en betrouwbaarste handschriften lezen het!
  • Sommige mensen zeggen dat als je één keer voor iets gebeden hebt, je daarvoor niet telkens weer bij God moet aankloppen.
  • Wat leren we echter in Lukas 18:1e.v.?
  • Als we geloven dat God – als onze Vader – een Verhoorder van onze gebeden is (Mattheüs 6:9a; 7:7),
    is het na afloop van ons bidden niet afgelopen.
  • Wat zien we nl. in Psalm 5:4?
  • We mogen uitzien, wat God met onze gebeden gaat doet en hoe Hij in onze noden zal voorziet. Het is daarom bidden en volhardend bidden én verwachten; met dankzegging.

Tijd om het gebed toe te passen!

Lees je Bijbel, bid elke dag,
als je groeien wilt
Lêz dyn Bibel, bid eltse dei,
astou groeie/waekse wolst (Fr.)
Čitaj Bibliju, moli svaki dan,
tada rasti ćes (Srb.)