Voor de goede opmerker: inderdaad, de aangegeven verzen uit Mattheüs 16 hebben we ook gelezen in hoofdstuk 3 van Fundamenten van het christelijk geloof.
Nu opnieuw, want beslissend voor de gemeente (kerk) is, zoals iemand verwoordde, haar relatie tot Christus.
We lezen dat Petrus, als vertegenwoordiger van zijn medediscipelen, Jezus belijdt als ‘de Christus, de Zoon van de levende God,’ Mattheüs 16:16Mattheüs 16:13-1613 Toen Jezus gekomen was in het gebied van Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn discipelen: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? 14 Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten. 15 Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? 16 Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God..
Jezus’ antwoord (vs 17-19Mattheüs 16:17-1917 En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. 18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.) is veelzeggend.
Het gaat om Zijn gemeente en Hij is de Bouwer. Het behoren tot de gemeente heeft alles met het belijden van Jezus als de Christus, de Zoon van de levende God te maken, dat door God de Vader in ons hart bewerkt wordt.
Christus bouwt Zijn gemeente op het fundamentele getuigenis / onderricht van de apostelen, waarvan het belijden van Jezus als de Christus, de Zoon van de levende God, de kern is.
Niet in tegenstelling tot het getuigenis van het Oude Testament, maar in ‘samenspraak’ ermee. Oude en Nieuwe Testament zijn immers samen de twee-eenheid van de Bijbel (zie Hoofdstuk 1): Gods mond die ook instructie geeft over de gemeente (kerk).
Wat roept (in eerste instantie) het spreken over kerk of gemeente voor gevoel bij je op en wat denk je erbij?
Ben je zelf lid van een kerk? Waarom wel / niet?
Hoe zet de inhoud van Mattheüs 16:17-19Mattheüs 16:16-1916 Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. 17 En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. 18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. een en ander ‘recht’?
Vgl. Efeze 2:20Efeze 2:19-2219 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is,21en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; 22 op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.; 1Timotheüs 3:151Timotheüs 3:14-1514 Deze dingen schrijf ik u, in de hoop spoedig naar u toe te komen. 15 Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid.
Sommige mensen hebben moeite met het woord ‘kerk’. Waarom, denk je?
En wat kan het woord ‘gemeente’ voor weerstand bij mensen oproepen?
Wat is het verschil tussen gemeente/kerk en een kerkelijke sekte?
In 1Timotheüs 3:151Timotheüs 3:1515 Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid. zien we dat de gemeente wordt aangeduid met ‘huis van God’.
Wat wil dat zeggen en wat betekent dat voor jou persoonlijk?
De oproep in 1Petrus 2:51Petrus 2:2-52 En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien, 3 indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is, 4 en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, 5 dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. komt in de lucht te hangen zonder de verzen 1-4.
Wat leren we in die eerste vier verzen (NB: in vers 4 staat trouwens letterlijk: ‘Tot Welke komende…, [St.V]’)?
Naast het beeld van een huis (hierboven), komen we in de Bijbel nog andere beelden voor de gemeente tegen.
Wat voegen ze toe aan onze kijk op de gemeente en ons functioneren erin?
1Korinthe 3:161Korinthe 3:16,1716 Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?17 Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.; 2Kor. 6:16 e.o.2Korinthe 6:16Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn.
1Korinthe 12:12e.v.1Korinthe 12:12-1412 Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. 13 Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. 14 Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele.
Efeze 2:12,19Efeze 2:11-13 en 19-2011 Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die onbesnedenen genoemd werd door hen die genoemd worden besnijdenis in het vlees, die met de hand gebeurt, 12 dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.13 Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.
[..] 19 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God,20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is,; 1Petrus 2:101Petrus 2:9-109 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, 10 u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.
De verschillende beelden worden verbonden met het werk van de Heilige Geest
(1Korinthe 3:161Korinthe 3:16Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? en 1Korinthe 12:111Korinthe 12:11 (vele gaven-één GeestAl deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.; Efeze 2:22Efeze 2:19-2219 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, 21en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; 22 op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.).
De Heere Jezus, Die het Hoofd van de gemeente is en de Bouwer, bedient Zich van de Geest
(vgl. Johannes 14:16Johannes 14:16,1716 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid,17namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. en 15:16Johannes 15:15,1615 Ik noem u niet meer dienaren, want een dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb. 16 Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.).
Wellicht is het beeld van de gemeente als huisgezin (van de levende God) nog wel het mooiste.
(Johannes 1:12,13Johannes 1:11-1311 Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.; Efeze 2:19Efeze 2:19Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God,).
Het gezin bestaat uit onze hemelse Vader Die Zich over ons ontfermt, Gods (natuurlijke) Zoon, onze Heere Jezus Christus en wij, Gods in Christus aangenomen kinderen, die Hem eren en doen wat Hij zegt en als broers en zusters elkaar bijstaan
(vgl. Genesis 4:9bGenesis 4:9En de HEERE zei tegen Kaïn: Waar is Abel, uw broer? En hij zei: Ik weet het niet; ben ik de hoeder van mijn broer?).
Iemand maakte de opmerking met het oog op de gemeente:
‘Het leven is vol spanningen. Deze zijn niet ongezond. Ze zijn juist een teken van leven en groei’. Reageer.
Wanneer loopt de zaak ‘uit de hand? Of positief gezegd: waarin ligt de samenhang en harmonie in de gemeente? 1Korinthe 131Korinthe 13 (eerste en laatste vers)1 Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.
[..] 13 En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.; Kolossenzen 3:14Kolossenzen 3:13-1613 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. 14En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is.16 En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar.
Als we dat laatste toepassen, wat merkt de wereld dan? Johannes 13:35Johannes 13:34,3534 Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. 35 Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.
Het samenbindend element uit punt 5 gaat natuurlijk nooit ten koste van de waarheid, 1Timotheüs 3:151Timotheüs 3:14-1514 Deze dingen schrijf ik u, in de hoop spoedig naar u toe te komen. 15 Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid.;
vgl. 2Timotheüs 3:15 e.v.2Timotheüs 3:14-1714 Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, 15 en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. 16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.
– Bijbelse liefde gaat altijd samen met de vorming door Gods Woord, het is een twee-eenheid
(Efeze 4:15Efeze 4:11-1511 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, 15 maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.).
Hoe staat dit (beide zaken in balans) in jouw gemeente ervoor?
En wat gaat er in dat opzicht van jezelf uit?
Welke vier dingen kenmerken de gemeente?
Handelingen 2:42Handelingen 2:42En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden..
Is het duidelijk wat met deze zaken bedoeld wordt?
Nog even doorbordurend op Handelingen 2:42Handelingen 2:42En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.:
wat is het belang van kleine kringen (huiskringen) hierbij?
En wat leren we in Hebreeën 10:25 (10:19-25Hebreeën 10:19-2519 Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, 20 langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees, 21 en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God, 22 laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water. 23 Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw. 24 En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. 25 Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.)?
Komen (in aansluiting bij punt 5 en 6) in jouw gemeente de kenmerken uit het punt 7 en 8 goed uit de verf?
En in jouw persoonlijk leven (mede in relatie tot de andere leden van de gemeente / je huiskring)?
Als we de vier zaken uit Handelingen 2:42Handelingen 2:42En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. centraal houden in ons gemeenteleven, mogen we in onze gemeente en haar leden geestelijke groei verwachten
(vgl. Handelingen 6:7Handelingen 6:7En het Woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.; 12:24Handelingen 12:24En het Woord van God verbreidde zich en nam toe. en 19:20Handelingen 19:20Zo nam het Woord van de Heere met kracht toe en werd steeds sterker.).
Sommige mensen willen zich niet voegen bij een plaatselijke gemeente met het argument dat ze (al) lid zijn van de universele kerk. Reageer.
De boodschap van 1Korinthe 12-141Korinthe 12-14Over: * Vele gaven, * Vele leden, één lichaam, één Geest, * De uitnemendheid van de liefde, * Profetie en talen, * Orde in gemeente en eredienst. is geschreven aan/voor een concrete gemeente.
Wat gebeurt er dan met iemand die zich niet bij een plaatselijke kerk aansluit?
Kunnen oudsten opzicht over hem of haar uitoefenen (Handelingen 20:17,28Handelingen 20:17,2817 Maar hij stuurde iemand uit Milete naar Efeze en liet de ouderlingen van de gemeente halen.
[..] 28 Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.)?
Welke taak heeft de gemeente naar ‘buiten’ toe? Mattheüs 28:19Mattheüs 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.
(vgl. Kolossenzen 4:5,6Kolossenzen 4:5,65 Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. 6 Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.)
De ‘grote opdracht’ van de Heere Jezus in Mattheüs 28:19 is evenwel breder dan de zendingstaak. De Heere geeft ook de opdracht mensen die discipel van de Heere Jezus geworden zijn, te dopen en hen nader te onderwijzen en te vormen.
Er wordt in dit vers gesproken over Jezus’ geboden. Is dat in tegenstelling tot Gods geboden?
Johannes 14:9,11Johannes 14:9,119 Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo'n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?10 Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. 11 Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet, geloof Mij dan om de werken zelf.;
1Johannes 5:3,4a1Johannes 5:3,43 Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last. 4 Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.
(vgl. Mattheüs 11:28-30Mattheüs 11:28-3028 Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. 29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; 30 want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.).
Waarmee kan het wel in tegenstelling komen? Handelingen 4:19Handelingen 4:18-2018 En na hen geroepen te hebben, gaven zij hun het bevel helemaal niet meer te spreken of te onderwijzen in de Naam van Jezus. 19 Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tegen hen: Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God.20 Want wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben.
Hoe kun je uit Mattheüs 28:19Mattheüs 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. concluderen, dat als iemand discipel geworden is en zich wil laten dopen, hij of zij ook moet worden gevraagd lid te worden van de betreffende gemeente waar de doop plaatsvindt?
In een gemeente behoren oudsten/ouderlingen te worden aangesteld – Handelingen 14:23Handelingen 14:23En toen zij in elke gemeente door het opsteken van de handen voor hen ouderlingen gekozen hadden en onder vasten gebeden hadden, droegen zij hen op aan de Heere, in Wie zij nu geloofden.; Titus 1:5Titus 1:5Om die reden heb ik u op Kreta achtergelaten, opdat u verder in orde zou brengen wat nog ontbrak, en van stad tot stad ouderlingen zou aanstellen, zoals ik u opgedragen heb..
Ze worden ook opzieners genoemd (Titus 1:7Titus 1:7-97 Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een beheerder van het huis van God, niet eigenzinnig, niet opvliegend, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op oneerlijke winst,8 maar gastvrij, goedwillend, bezonnen, rechtvaardig, heilig, beheerst, 9 iemand die zich houdt aan het betrouwbare woord, dat overeenkomstig de leer is, zodat hij bij machte is anderen te bemoedigen door het gezonde onderwijs en ook de tegensprekers te weerleggen.).
Wat is hun taak?
Handelingen 20:17,28Handelingen 20:17,28 (afscheid Efeze)17 Maar hij stuurde iemand uit Milete naar Efeze en liet de ouderlingen van de gemeente halen.
[..] 28 Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.
Hoe behoren ze hun werk te verrichten? 1Petrus 5:1-41Petrus 5:1-41 De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: 2 Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; 3 ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn. 4 En als de Opperherder verschijnt, zult u de onverwelkbare krans van de heerlijkheid verkrijgen.
Waar past in dit plaatje de predikant? Efeze 4:11slotEfeze 4:11-1511 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars,12 om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, 15 maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.; 1Timotheüs 5:17b1Timotheüs 5:17-2117 Laat ouderlingen die goed leiding geven, dubbele eer waard geacht worden, vooral diegenen die arbeiden in het Woord en in de leer.18 Want de Schrift zegt: Een dorsende os mag u niet muilkorven, en: De arbeider is zijn loon waard. 19 Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, tenzij er twee of drie getuigen zijn. 20 Wijs hen die zondigen, in tegenwoordigheid van allen terecht, opdat ook de anderen vrees zullen hebben. 21 Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus en de uitverkoren engelen, dat u deze dingen in acht neemt zonder vooroordeel en zonder iets uit partijdigheid te doen.
Waar behoren aan te stellen oudsten / predikanten aan te voldoen? 1Timotheüs 3:1-71Timotheüs 3:1-71 Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk. 2 Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, 3 niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op schandelijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en zonder geldzucht. 4 Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid. 5 Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de gemeente van God zorg dragen? 6Hij mag geen pasbekeerde zijn, opdat hij niet verwaand wordt en daardoor onder het oordeel van de duivel valt. 7 Hij moet ook een goed getuigenis hebben van buitenstaanders, opdat hij niet in opspraak komt en in een strik van de duivel terechtkomt.; Titus 1:5-9Titus 1:5-95 Om die reden heb ik u op Kreta achtergelaten, opdat u verder in orde zou brengen wat nog ontbrak, en van stad tot stad ouderlingen zou aanstellen, zoals ik u opgedragen heb. 6 Zo iemand moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, gelovige kinderen hebben, die niet te beschuldigen zijn van losbandigheid of opstandigheid. 7 Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een beheerder van het huis van God, niet eigenzinnig, niet opvliegend, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op oneerlijke winst, 8 maar gastvrij, goedwillend, bezonnen, rechtvaardig, heilig, beheerst, 9 iemand die zich houdt aan het betrouwbare woord, dat overeenkomstig de leer is, zodat hij bij machte is anderen te bemoedigen door het gezonde onderwijs en ook de tegensprekers te weerleggen.
Wat leren we nog in Efeze 4:11-16Efeze 4:11-1611 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, 15 maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. 16 Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde.?
Dank God voor Zijn instelling van de gemeente als huisgezin van Hem.
Bid dat God Zijn kerk universeel en plaatselijk mag laten groeien (in de breedte en in de diepte).
‘Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen,’ Efeze 3:21
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.