Fundamenten: Hfdst. 9. De doop

Hoofdstuk 9

Inhoudsopgave: Studie klik hier  
Fundamenten van het Christelijk geloof

Hoofdstuk 9. De doop

`

Lezen

Mattheüs 28:16-20;
Romeinen 6:1-4

Hoort de doop ook bij de fundamenten van het christelijk geloof?

Jazeker, in Mattheüs 28:19 zien we dat de Heere Jezus direct na ‘onderwijs al de volken (maak alle volken tot Mijn discipelen)’, noemt: ‘hen dopend…’
En in Handelingen 2:38 zien we direct op de oproep van de apostel Petrus ‘Bekeer u’ volgen: ‘en laat ieder van u gedoopt worden…’.

Aan de orde komt daarom nu de christelijke waterdoop, een symbolische bevestiging van wat we in Christus hebben en van onze toewijding aan Hem. Een onderwerp dat echter (in kerkelijk Nederland) de nodige spraakverwarring, erger: strijd kan geven.

De Heilige doop (heilig, d.w.z. afgezonderd van een gewoon waterbad of -dompeling) is samen met het Heilig avondmaal een bijzondere instelling van de Heere Jezus Christus voor de nieuwe bedeling (de tijd vanaf Jezus’ komst tot Zijn wederkeer en het volkomen herstel van Gods Koninkrijk – Mattheüs 26:29)

We hebben dus niet te maken met menselijke of kerkelijke instituten, maar met een door God gegeven onderstreping van het Evangelie.

  • Wat is het eerste dat bij je boven komt als je denkt aan ‘doop’ of ‘dopen’?
  • In het dagelijks Nederlands was het vroeger wel, maar is het nu geen gangbaar woord meer. Wat betekent het letterlijk?
  • Het woordje ‘dopen’ is in wezen een variant van het Engelse ‘to dip’ (dat laatste woord kennen wij het best in een samengestelde vorm: dip-saus).
  • Wat zou de reden kunnen zijn dat ook nieuwe Bijbel-vertalingen het Griekse woord ‘baptizo’ toch nog vertalen met het ouderwetse woord ‘dopen’? Wat vind je hiervan?
  • Waarom hebben de Engelse vertalingen: ‘to baptize’ (een ver-engelsing van het Griekse woord) in plaats van ‘to dip’ of ‘to immerse’ (of ‘to immerge’)?
  • We lezen nog eens Mattheüs 28:16-20.
  • Wat valt je op in vers 17 over de gemoedstoestand van sommige discipelen?
  • De Heere Jezus bemoedigt hen in vers 18 en 20. Hoe?
  • Wat is de drieledige opdracht uit Mattheüs 28:19?
  • Wie behoren dus te worden gedoopt?
  • Vgl. Markus 16:15,16;
    Handelingen 2:38;
    8:12,36,37 en 16:31-34
  • (Zie het voorgaande hoofdstuk ‘De gemeente’, punt 10).
  • Let op: de opdracht in vers 19 wordt gegeven aan de elf discipelen (de apostelen, later aangevuld met Matthias en de heidenapostel Paulus) en in hun spoor aan de oudsten als vertegenwoordigers en leiders van de gemeente. Zij zijn verantwoordelijk.
  • Als mensen discipel (volgeling van de Heere Jezus) zijn geworden (vgl. Hnd. 14:21) en zich voor een doopsamenkomst in de gemeente opgeven om gedoopt te worden, is het dus ook belangrijk te vragen of ze zich bij de betreffende gemeente willen aansluiten, zodat de oudsten de derde deel-opdracht uit vers 19 (‘hun lerend alles wat Ik u geboden heb’) ook aan hen waar kunnen maken.
  • Dan nu Mattheüs 28, vers 19m: ‘hen dopende in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.’
  • Waarin worden discipelen, geestelijk gezien, gedoopt (gedompeld)?
  • De ‘Naam’ is niet zomaar een titel, maar God Zelf, zoals Hij Zich in de Bijbel aan ons bekend maakt – vgl. Deuteronomium 26:2;
  • Psalm 124:8 (‘Onze hulp is in de Naam van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft,’ d.i. Onze hulp is verankerd in de enig ware God, Schepper van hemel en aarde) en 148:1,5.
  • Zie hoofdstuk 2 van Fundamenten van het christelijk geloof.
  • Wat betekent dan ‘De Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’? Hoofdstuk 2
  • De waterdoop (dompeling) is er teken (symbool) en zegel (bevestiging) van.
    • Symbool:
      je ziet met je ogen wat er geestelijk gebeurd is, namelijk dat je door het geloof in Christus in Hem en in God-drie-enig gedompeld bent.
    • Zegel:
      zo zeker als je gedompeld wordt in het water, zo zeker is het dat je door het geloof in de Heere Jezus in Hem, in de drie-ene God gedompeld bent.
  • In verband met het voorgaande:
  • Je komt in het Nieuwe Testament vaak de uitdrukking dat gelovigen ‘in Christus’ zijn (bv. 2Korinthe 5:17; Efeze 1:1 en Efeze 2:10,13) tegen.
  • Wat wil dat zeggen?
  • Wanneer is iemand dus (nog) ‘buiten Christus’ (Efeze 2:12)?
  • Hoe kun je de geschiedenis van de Ark van Noach hiermee vergelijken?
  • Waar is de ark type van?
  • Door genade zijn we in Christus en door Hem ook in de Vader en in de Heilige Geest. De waterdoop verzegelt dit dus.
  • Zo gaat het ook in Romeinen 6:3 om de doop (geestelijke dompeling) in Christus, die door de waterdoop wordt bezegeld.
  • En als je zo in Christus gedompeld bent, waar heb je dan deel aan?
    Romeinen 6:4.
  • Hoe wil je dan leven? 6:4 slot.
  • De doop is een teken van de onderdompeling in Christus, in Zijn dood, begrafenis en opstanding.
  • Daarbij aansluitend: waar is de doop nog meer een beeld van?
    Handelingen 22:16;
    vgl. 1Johannes 1:7.
  • Is de oproep in Mattheüs 28:19 in wezen een boodschap voor apostelen en oudsten, wie worden in Handelingen 2:38 aangesproken en waartoe worden ze opgeroepen?
  • De HSV (net als de St.V) heeft terecht vertaald: ‘(…) laat ieder van u gedoopt worden’ (i.p.v.: laat ieder van u zich dopen).
  • Wat geeft dat aan? Vgl. Efeze 2:4-10a.
  • De ‘Naam van Jezus Christus’ is weer niet een titel, maar de Heere Jezus Zelf, zoals de Bijbel over Hem spreekt.
  • Vertaald kan in Handelingen 2:38 ook worden: dopen op de Naam van Jezus Christus (NBG-51).
    Door de bekering (= gelovig worden, discipel worden) word je geënt op Jezus Christus, op het fundament van Hem. Het is hetzelfde als dopen in de Naam van Jezus Christus (zie Handelingen 10:48). De waterdoop is er teken en zegel van.
  • Waarom staat de zinssnede ‘en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus’ tussen ‘bekeer u’ en ’tot vergeving… t/m ontvangen’ in, alsof je pas vergeven wordt en de Heilige Geest ontvangt na de doop? Vgl. Markus 16:16(a en b).
  • Is ‘dopen in de Naam van Jezus Christus’ (Handelingen 2:38 en 10:48) niet wat anders dan ‘dopen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’
  • (Mattheüs 28:19)?
  • Vgl. Kolossenzen 3:3.
  • Tussen haakjes: Sommige mensen spreken van een tweede, latere doop in de Heilige Geest.
  • Wat denk je hiervan na het voorgaande bestudeerd te hebben? Zie ook het hoofdstuk over de Heilige Geest, punt 6.
  • Is het Bijbels dat als mensen die tijdens een doopdienst tot ‘inzicht over de doop’ komen, dat spontaan kunnen aangeven en tegelijkertijd met andere doopkandidaten kunnen worden gedoopt?
  • Kan de doop van de kamerling (eunuch) uit Ethiopië hier als Schriftbewijs dienen?
  • Terugblikkend op deze studie over de doop:
  • wat betekent de doop voor je (verdere) geloofsleven?

  • Als je de Heere hierin gehoorzaamt, waarin geef je (als het goed is) dan blijk ook te willen gehoorzamen?
  • Waarom is het belangrijk bij je doop mensen (bekenden) uit te nodigen?
    Mattheüs 10:32;
    Handelingen 1:8
  • Wat houdt jou tegen om – in navolging van je Heere/Heer en Heiland (Mattheüs 3:16) – te worden gedoopt?