Bijlage 1. Kanttekeningen bij de Statenvertaling
Vooraf
Met de titel ‘Kanttekeningen bij de Bijbel’ is in gecomprimeerde vorm bedoeld: de Kanttekeningen bij de Statenvertaling van de Bijbel *).
De Statenvertaling (St.V.) is de meest betrouwbare Nederlandse vertaling – eerste druk al in 1637; in de Engelstalige wereld is dat de King James Version (KJV). Ze zijn vertaald door mensen die naast het hebben van wetenschappelijke kwaliteiten dicht bij God leefden.
De Herziene Statenvertaling (HSV), in meer hedendaagse taal verwoord, komt in kwaliteit, als ik het zo mag zeggen, in de buurt van genoemde vertalingen.
(Zie ook de studie: Grondtekst Bijbelvertalingen – maar welke is betrouwbaar?)
Bij het lezen van de Bijbel of het voorbereiden van Bijbelstudies, is het zeer nuttig regelmatig de genoemde ‘Kanttekeningen’ te gebruiken. Over deze Kanttekeningen ben ik geneigd te zeggen – naar analogie van wat ik meedeelde over de Statenvertaling – dat het gaat om het meest betrouwbare (korte) commentaar op de Bijbeltekst. Het zijn gedegen, Bijbelgetrouwe verklarende notities die vanaf de oorsprong van de St.V. erbij zijn gevoegd.
Ten overvloede: bij de term ‘kanttekeningen’ gaat het hier dus niet om kritische aanmerkingen ofzo (zoals het woord in het hedendaags Nederlands wel vaak wordt gebruikt of opgevat), maar om uitleggende toelichtingen (zoals het woord zegt: notities in de kant, dit is verhelderende kantlijn-notities).
Het is de moeite waard over deze Kanttekeningen wat meer te weten te komen.
Twee punten:
- punt A.:
Vier regels, bevattend een belangrijk citaat (geciteerd gedeelte) van L.M.P. Scholten
- punt B.:
Drie aanvullingen erop.
Deze beknopte studie wil ik ook (als bijlage) opnemen in de nieuwste druk van de Bijbelstudie-serie Fundamenten van het Christelijk geloof. Het gaat om fundamenteel Bijbelse uitleg.
Ja, de Kanttekeningen zijn weliswaar al vier eeuwen geleden voorbereid, maar hebben nog niets aan waarde ingeboet. Gelukkig dat de Statenbijbel met Kanttekeningen nog ruim verkrijgbaar is, zowel nieuw als tweedehands. Neem indien mogelijk een editie van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) of lees online of via de app van de GBS: klik op afbeelding hiernaast.
En ja, toegegeven, de taal is wat verouderd en daar moet je even ingroeien, maar met wat goede wil en doorzettingsvermogen lukt het lezen best en heb je er veel baat bij.
maar nog meer ons gebruik ervan.’
A. Vier regels
Uit het artikel ‘De kanttekeningen van de Statenvertaling’ van L.M.P. Scholten in de lezenswaardige bundel ‘Elke dag Bijbellezen‘, Apeldoorn 2015, Erdee Media Groep, p. 47, 48 (artikel oorspronkelijk gepubliceerd in het blad ‘Criterium’) het volgende:
‘Nadat de Dordtse synode in haar achtste zitting – op 20 november 1618 – met algemene stemmen besloten had dat er een geheel nieuwe Bijbelvertaling zou moeten komen, heeft deze synode diezelfde middag nog vier regels geformuleerd volgens welke de vertalers, die nog aangewezen moesten worden, zouden moeten werken. Ik (PMM: Scholten dus) geef ze weer in mijn eigen woorden:
- Zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst en bij de manier van spreken van de oorspronkelijke talen blijven, dus zo letterlijk mogelijk. Wanneer dat echt niet mogelijk is, dan de letterlijke vertaling vermelden in een kanttekening (PMM: kant-tekening: een notitie in de kant dus).
- Wanneer het nodig is in de vertaling een of meer woorden in te voegen, dan in een afwijkend lettertype en tussen haakjes, opdat deze ingevoegde woorden duidelijk onderscheiden blijven van de echte tekstwoorden.
- Ieder Bijbelboek en hoofdstuk van een korte inleiding voorzien en in de kant de gelijkluidende Schriftplaatsen (PMM: verwijsteksten) aantekenen.
- Waar nodig, in de kant korte verklaringen bijvoegen, “waarmede reden gegeven wordt van de overzetting in duistere plaatsen”, waarbij het niet moet gaan om een behandeling van dogmatische geschilpunten. Naast een woordelijke, wetenschappelijke objectieve overzetting ook een objectieve exegetische toelichting.
Gedurende de volgende dagen zijn blijkens de Acta nog verschillende bijkomende zaken besproken, zoals hoe te handelen met de apocriefe boeken, of men ten aanzien van God het woord “du” of “gij” zou gebruiken en hoe men in het Oude Testament de Naam Jehova (PMM: Jahwe) zou weergeven. Maar die vier gestelde regels zijn de gewichtigste. Zij karakteriseren geheel het karakter van de Statenvertaling.’
Tot zover Scholten.
B. Drie aanvullingen
- Als eerste aanvulling op bovenstaande noem ik, wat ook Scholten in zijn artikel zeer terecht memoreert (p. 62 van de bundel), dat de Statenvertalers / kanttekenaren diep doordrongen waren van de eenheid van de Schriften. Alle Bijbelboeken hebben ten diepste maar één Auteur. En die Auteur, spreekt Zichzelf in Zijn Woord niet tegen.
- Een tweede aanvulling is dat de verklaringen, en dan doel ik op de uitlegkundige toelichtingen, wel wat ‘méér’ geworden zijn dan aanvankelijk wellicht de bedoeling was. Dat heeft juist ook met de voorgaande opmerking, de eenheid der Schriften, te maken. Gelukkig die uitbreiding, zou ik zeggen, het gaat namelijk om betrouwbare, warm doorgloeide toelichtingen, waar we alleen maar ons voordeel mee kunnen doen!
- En ten derde, last but not least (zacht uitgesproken!), verbonden met de vorige twee punten: de Kanttekeningen laten een heerlijk licht schijnen op de komst van onze Zaligmaker, de Heere Jezus Christus, en de daarmee verbonden heilsgeschiedenis en de betekenis van de Heiland voor ons.
Als prachtig staaltje geef ik hier Kanttekening 27 bij de moederbelofte, Genesis 3:15, op de frase ‘haar Zaad; Datzelve zal u den kop vermorzelen’:Dit zaad is eigenlijk alleen de Heere Christus, de eniggeboren Zone Gods, Die uit de vrouw, een maagd zijnde, door de werking van Gods Geest in de volheid des tijds moest geboren worden, om door de verdienste Zijns doods en de kracht Zijns Geestes, den duivel **) al zijn geweld te benemen, en hem onder Zijn en Zijner gemeente voeten te vertreden.
Zie . . . . .
Dit is de eerste evangelische belofte des levens, gesteld tegen de eerste, voorgaande aanzegging des doods.’Nog een staaltje, nu een notitie bij een tekst uit het Nieuwe Testament, Kanttekening 51 bij Handelingen 13:39, op de zinssnede ‘door de wet van Mozes’:
‘(…) dat is, noch door de wet der zeden, die wel de zonde en vervloeking aanwijst, maar niet hoe zij weggenomen worden,; noch door de wet der ceremoniën, die wel een schaduw voorstelde van de reiniging der zonden, doch de kracht zelve in zich niet had, maar alleen ons wees tot Dien Die het lichaam was van al deze schaduwen, Jezus Christus. Zie , enz.’
voetnoten:
*) Zie over de ‘Kanttekeningen’ ook: ‘Kanttekeningen in de Statenbijbel’, website van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).
**) De duivel natuurlijk niet in tegenstelling tot de slang:
De kanttekenaars noteren in Kanttekening 23 bij vers 14 met betrekking tot de slang al:
‘Als zijnde geweest des duivels werktuig; om welke oorzaak deze gehele vloek de slang lichamelijk en den duivel geestelijk raakt. (…)’