Fundamenten: Bijlage 3. God kennen

¹⁶ Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.

II. God verandert niet, Hij blijft wie Hij is:

Jak. 1:17:

¹⁷ Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.

III. God is eerlijk en betrouwbaar, Hij is waar en trouw aan wat Hij zegt en belooft:

Num. 23:19:

¹⁹ God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen?

Ps. 138:2:

² Ik zal mij neerbuigen naar Uw heilig paleis en Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid en om Uw trouw, want om heel Uw Naam hebt U Uw belofte groot gemaakt.

IV. God is recht(vaardig) en heilig:

Ps. 11:7a:

⁷ Want de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft rechtvaardige daden lief.

1Petr. 1:15-16:

¹⁵ Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel,
¹⁶ want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.

V. God is almachtig:

Ps. 93:1:

¹ De HEERE regeert, Hij is met majesteit bekleed, de HEERE is bekleed en heeft Zichzelf omgord met macht. Ja, vast staat de wereld, hij zal niet wankelen.

Openb. 1:8:

⁸ Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.

VI. God is alomtegenwoordig, Hij is overal, in het bijzonder bij Zijn kinderen:

1Kon. 8:27:

²⁷ Maar zou God werkelijk op de aarde wonen? Zie, de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb!

Ps. 139:8-10:

⁸ Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar.
⁹ Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee,
¹⁰ ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden. (Vgl. Ps 23:4; Matth. 28:21.)

VII. God is alwetend en wijs:

Ps. 139:1-6:

¹ HEERE, U doorgrondt en kent mij.
² Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten.
³ U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.
⁴ Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles.
⁵ U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij.
⁶ Dit kennen – het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij.

Jes. 40:28:

²⁸ Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord? De eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de einden der aarde, wordt niet moe en niet afgemat. Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.

VIII. God is soeverein, Hij doet naar Zijn goede wil:

Ps. 115:3:

³ Onze God is immers in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt.

IX. God is goed, liefdevol, goedertieren, barmhartig:

Ps. 103:8:

⁸ Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid.

X. God is lankmoedig, geduldig:

Ps. 103:8:

⁸ Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid.

Zie hier, zó is God – zó God de Vader, zó God de Zoon en zó God de Heilige Geest!

En dan heb ik alleen nog maar eigenschappen (niet met de pretentie alomvattend te zijn!) van God genoemd. De inhoud is nog veel meer en veel groter dan je in termen kunt aantippen!

En al kunnen we eigenschappen van God onderscheiden, ze zijn nooit te scheiden, God is één. En Gods karakter hangt nooit in de lucht: zoals God is, zo gaat Hij met ons om!

Laat elke eigenschap van God afzonderlijk en alle eigenschappen gecombineerd, op je inwerken. Wat doet het je?

Kun je bij elke eigenschap van God een geschiedenis uit de Bijbel ‘bedenken’ om er meer kleur aan te geven?

Wat werkt Gods karakter metterdaad als climax in Zijn handelen uit?
Romeinen 8:32

Welke geweldige belofte van God wordt er in dit vers, Romeinen 8:32 dus, aan vast geknoopt?
Hoe kun je (wellicht in jouw concrete omstandigheden) op deze belofte pleiten in het gebed?

Als het gaat om jouw kennen van God op dit moment, welke van de genoemde eigenschappen spreken je het meest aan?

Welke zijn misschien bij jou overbelicht en welke onderbelicht?

Als je God leert kennen zoals Hij is, naar al Zijn heerlijke eigenschappen (natuurlijk nooit los van Gods grote werken, met name Zijn heilswerk), wat maakt dat uit voor je omgang (contact) met God en je praktische christenleven?

Wat vind je van de stelling:

God kennen is God met vreugde dienen?

Zie en de rest van de Psalm;
vgl. .