Meditatie – Novi Sad – Servië, 4 juli 2020
Gebed en vasten – II
“(…) Jezus zei tegen hen: de bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen dat de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn, en dan zullen zij vasten, Mattheüs 9:(14),15Mattheüs 9:14,1514 Toen kwamen de discipelen van Johannes bij Hem en zeiden: Waarom vasten wij en de Farizeeën veel en vasten Uw discipelen niet? 15 Jezus zei tegen hen: De bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen dat de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn, en dan zullen zij vasten..
In de vorige meditatie zagen we het belang van het gebed in combinatie met verootmoediging (klein worden voor God) en het luisteren naar Gods Woord. God Die ons door genade kan stilzetten en ons onze zonde-schuld wil vergeven als we ons biddend aan Hem en Zijn Zoon overgeven. God Die Zijn eigen Zoon voor ons heeft overgehad en met Hem ons ook alle dingen wil geven die wij naar ziel en lichaam nodig hebben. Ja, geven op het gebed.
En ik noemde, dat bij ons gebed ook vasten een functie kan hebben. O ja, bij de moderne christen is vasten niet echt populair (of het moest zijn in het kader van duurzaamheid of gezondheid…). Maar Bijbels gezien heeft het wel een plaats, ook voor Nieuwtestamentische gelovigen. Lees maar eens wat de Heere Jezus zegt in Matth.9:15 (zie boven), waarbij het tweede deel op onze tijd van toepassing is, tot de wederkomst van onze Bruidegom Jezus Christus.
Wat is vasten?
Wat is vasten eigenlijk? (Een bepaalde tijdsduur) niet of minder eten; of in de lijn daarvan: je van bepaalde zaken onthouden als genotsmiddelen, t.v.-kijken, surfen op internet, smartphone gebruik, dingen kopen. Bijbels vasten gaat altijd samen met verootmoediging en gebed.
- In Nehemia 1Nehemia 1:4-114 Het gebeurde, toen ik deze woorden hoorde, dat ik ging zitten en begon te huilen. Ik bedreef enkele dagen rouw, terwijl ik voor het aangezicht van de God van de hemel vastte en bad. 5 Ik zei: Och, HEERE, God van de hemel, de grote en ontzagwekkende God, Die het verbond en de goedertierenheid in acht neemt voor hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen. 6 Laat Uw oor toch opmerkzaam zijn, en Uw ogen open, om te luisteren naar het gebed van Uw dienaar, dat ik heden dag en nacht voor Uw aangezicht bid voor de Israëlieten, Uw dienaren. Ik belijd de zonden van de Israëlieten, die wij tegen U begaan hebben. Ook ik en mijn familie, wij hebben gezondigd. 7 Wij hebben het grondig bij U verdorven. Wij hebben de geboden, de verordeningen en de bepalingen, die U aan Uw dienaar Mozes geboden hebt, niet in acht genomen. 8 Denk toch aan het woord dat U Uw dienaar Mozes geboden hebt: Als u ontrouw bent, zal Ik u overal onder de volken verspreiden. 9 Maar als u zich tot Mij bekeert en Mijn geboden in acht neemt en die houdt – al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, vandaar zal Ik hen bijeenbrengen en hen brengen naar de plaats die Ik gekozen heb om daar Mijn Naam te laten wonen. 10 Zij zijn toch Uw dienaren en Uw volk, dat U verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. 11 Och, Heere, laat Uw oor toch opmerkzaam zijn op het gebed van Uw dienaar, en op het gebed van Uw dienaren, die er vreugde in vinden Uw Naam te vrezen. Doe Uw dienaar vandaag toch slagen en geef hem barmhartigheid bij deze man. Ik was namelijk de schenker van de koning. lezen we – vanwege slecht nieuws uit (Oudtestamentisch) Jeruzalem, dat Nehemia enkele dagen rouw bedrijft en voor het aangezicht van God vast en bidt, vers 4. Het begin van zijn gebed is verootmoediging en schuldbelijdenis, vers 5 en volgende.
- In Psalm 35Psalm 35:13-1413 Maar ik? Waren zij ziek, dan was een rouwgewaad mijn kleding;
ik kwelde mijzelf door te vasten,
mijn gebed kwam telkens terug in mijn binnenste.
14 Alsof het mijn vriend was, of mijn broeder,
zo liep ik steeds rond;
ik ging gebukt, in het zwart gehuld,
als iemand die om zijn moeder treurt. horen we dat David, als een naaste van hem (ernstig) ziek is, zich ‘kwelt’ door te vasten en dat zijn gebed telkens terug komt in zijn binnenste, vers 13b.
- En in Handelingen 13Handelingen 13:1-41 En er waren in Antiochië, in de gemeente aldaar, enkele profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, die Niger genoemd werd, Lucius van Cyrene, Manahen, die met Herodes, de viervorst, opgegroeid was, en Saulus. 2 En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. 3 Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan. 4 Zij dan, uitgezonden door de Heilige Geest, vertrokken naar Seleucië en voeren vandaar naar Cyprus. lezen we van vasten en gebed bij het uitzenden van Barnabas en de apostel Paulus, vers 2,3.
- Als in het boek Esther door Esther wordt opgeroepen voor haar te vasten in verband met haar zware taak, 4:16Esther 4:15-1615 Toen zei Esther dat men Mordechai moest antwoorden: 16 Ga, verzamel alle Joden die zich in Susan bevinden, en vast voor mij: eet niet en drink niet, drie dagen lang, nacht en dag. Ook ikzelf zal zo vasten, samen met mijn dienaressen, en dan zal ik naar de koning gaan, wat niet overeenkomstig de wet is. Als ik dan omkom, dan kom ik om., gaat het om een biddend vasten; en om niet uit te drogen zal men alleen het hoognodige vocht tot zich genomen hebben.
Daarbij aanknopend: wanneer kunnen gelovigen vasten?
- bij berouw over zonde (zien we in Jona 3Jona 3:4-104 En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis. Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd! 5 De mensen van Ninevé geloofden in God. Zij riepen een vasten uit en trokken rouwgewaden aan, van de grootste tot de kleinste onder hen. 6 Toen dat woord de koning van Ninevé bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af, hulde zich in een rouwgewaad en ging in het stof zitten. 7 En in Ninevé werd op bevel van de koning en zijn rijksgroten omgeroepen: Mens en dier, runderen en schapen, mogen niets eten, niet grazen en geen water drinken. 8 Mens en dier moeten in rouwgewaden gehuld zijn en met kracht tot God roepen. Zij moeten zich bekeren, ieder van zijn slechte weg en van het geweld dat aan zijn handen kleeft. 9 Wie weet zal God Zich omkeren, berouw hebben en Zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet omkomen! 10 Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.)
- bij verdriet en rouw (bij Nehemia)
- (algemeen) bij het zich concentreren op God en gebed (Mattheüs 4Mattheüs 4:1-41 Toen werd Jezus door de Geest weggeleid naar de woestijn om verzocht te worden door de duivel. 2 En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, kreeg Hij ten slotte honger. 3 En de verzoeker kwam bij Hem en zei: Als U Gods Zoon bent, zeg dan dat deze stenen broden worden. 4 Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.)
- bij het zoeken van Gods bescherming (EzraEzra 8:21-2321 Toen riep ik daar bij de rivier Ahava een vasten uit, om ons te verootmoedigen voor het aangezicht van onze God en om Hem om een voorspoedige reis te verzoeken voor ons, voor onze kleine kinderen en voor al onze bezittingen, 22 want ik schaamde mij ervoor om van de koning een leger en ruiters te vragen om ons te helpen tegen de vijand onderweg. We hadden immers tegen de koning gezegd: De hand van onze God is ten goede over al wie Hem zoeken, maar Zijn kracht en Zijn toorn is over al wie Hem verlaten. 23 Wij vastten en verzochten onze God hierom, en Hij liet Zich door ons verbidden.)
- bij het zoeken van Gods leiding (Handelingen 13).
Vasten van gelovigen wil dus zeggen:
voor een bepaalde tijd dingen van het dagelijks leven laten staan om des te ernstiger en beter God te kunnen zoeken (op welk vlak ook maar). Vóór alles is daarbij belangrijk het hart dat er achter klopt. Bidden en vasten hebben weinig zin als onze harten zich niet verootmoedigen (zich klein maken) voor God en in liefde en dankbaarheid, vanwege het reddingswerk van Jezus Christus, zich op God richten.
Maar dán is gebed en vasten, waarbij natuurlijk ook Gods Woord open gaat wel degelijk van belang. Immers God spreekt door Zijn Woord, werkt op het gebed, en je zou vasten daarbij een (bevestigend) hulpmiddel kunnen noemen. Bijvoorbeeld een ochtend of dag van gebed en vasten; of zo nu en dan het afzonderen van een ‘maaltijd’ van gebed en vasten – geen voedsel (of alleen een sober plakje brood), maar gebed.
Enkele tips
- Niet iedereen kan (of hoeft) in de zelfde mate (te) vasten. Vast dan gedeeltelijk. Wees creatief. Bid God om Zijn goede leiding.
- Ook als je gematigd of helemaal niet kunt vasten, probeer tijd te nemen ‘extra’ te bidden.
- Heb je medische klachten (noem diabetes), raadpleeg dan eerst je huisarts.
- Tijdens het vasten genoeg drinken (bijvoorbeeld ieder uur een glas water (ik doe er wel eens een beetje citroen in) / karnemelk).
- Na het vasten kun je beginnen met het eten van wat licht voedsel.
Ja, maar…
Wellicht zegt u: “Is vasten toch niet wat onevangelisch, wat zwaar?” Dat hangt ervan af. Wél als je het doet om iets bij God te verdienen. Niét als je het doet op grond van Jezus’ volbrachte werk. Als je bij gebed vast, is het wel een te ernstiger God zoeken. Je kunt er iets voor laten staan.
Nog nooit gedaan?
Gewoon een keer doen. Bijvoorbeeld bij een bepaalde belangrijke zaak God zoeken in gebed met een bepaalde manier van vasten. Hou wel balans, sla niet door. Er is overigens wel een stukje zelfverloochening vereist, wij zitten redelijk vast aan bepaalde dingen. Maar met Gods hulp…
‘Ja, Heere, met Uw hulp. Wilt U ons maar leiden door Uw Woord en Geest ook op het gebied van gebed en vasten.’
Uw/je broeder Pier Meindertsma