Meditatie, Novi Sad (Servië), 19 maart 2024
‘Maar Jezus (…), zei tegen hen: Waarom valt u deze vrouw lastig? Want zij heeft een goed werk aan Mij verricht (…). Want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis,’ Mattheüs 26:10,12.
Voor het ‘rendement’ van de overdenking is het goed om nu eerst Matth. 26:1-16Mattheüs 26:1-161 En toen Jezus al deze woorden geëindigd had, gebeurde het dat Hij tegen Zijn discipelen zei: 2 U weet dat over twee dagen het Pascha is, en dan zal de Zoon des mensen overgeleverd worden om gekruisigd te worden.
3 Toen kwamen de overpriesters en de schriftgeleerden en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, die Kajafas heette; 4 en zij overlegden met elkaar om Jezus met list te grijpen en te doden. 5 Zij zeiden echter: Niet tijdens het feest, opdat er geen opschudding onder het volk komt.
6 Toen Jezus in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, 7 kwam er een vrouw naar Hem toe die een albasten fles met zeer kostbare zalf had; en zij goot die uit op Zijn hoofd terwijl Hij aanlag. 8 Toen Zijn discipelen dat zagen, waren zij verontwaardigd en zeiden: Waartoe deze verkwisting? 9 Deze zalf had immers duur verkocht kunnen worden en de opbrengst aan de armen gegeven. 10 Maar Jezus, Die dit merkte, zei tegen hen: Waarom valt u deze vrouw lastig? Want zij heeft een goed werk aan Mij verricht. 11 De armen hebt u immers altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd. 12 Want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis. 13 Voorwaar, Ik zeg u: overal waar dit Evangelie gepredikt zal worden in heel de wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden over wat zij gedaan heeft.
14 Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters 15 en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilverstukken toe. 16 En van toen af zocht hij een geschikte gelegenheid om Hem over te leveren. te lezen. Vanaf vers 6 in dit hoofdstuk geeft de apostel Mattheüs (Levi) als het ware een flashback. Het speelt zich af zes dagen vóór het Paasfeest (Pascha), zie Joh. 12Johannes 12:1-81 Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had. 2 Zij nu bereidden daar een maaltijd voor Hem, en Martha bediende; en Lazarus was een van hen die met Hem aanlagen. 3 Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf. 4 Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou: 5 Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven? 6 En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd. 7 Jezus dan zei: Laat haar begaan; zij heeft dit bewaard met het oog op de dag van Mijn begrafenis. 8 Want de armen hebt u altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd.. Jezus is met discipelen en vrienden in het huis van Simon de melaatse.
We zien een triest beeld:
leiders van het volk die Jezus met list willen vangen en doden vers 3 en 4Mattheüs 26:3,43 Toen kwamen de overpriesters en de schriftgeleerden en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, die Kajafas heette; 4 en zij overlegden met elkaar om Jezus met list te grijpen en te doden.; discipelen die Jezus’ kernboodschap, Zijn sterven aan het kruis voor de zonden, nauwelijks oppakken en omhelzen (vers 8-13Mattheüs 26:8-138 Toen Zijn discipelen dat zagen, waren zij verontwaardigd en zeiden: Waartoe deze verkwisting? 9 Deze zalf had immers duur verkocht kunnen worden en de opbrengst aan de armen gegeven. 10 Maar Jezus, Die dit merkte, zei tegen hen: Waarom valt u deze vrouw lastig? Want zij heeft een goed werk aan Mij verricht. 11 De armen hebt u immers altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd. 12 Want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis. 13 Voorwaar, Ik zeg u: overal waar dit Evangelie gepredikt zal worden in heel de wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden over wat zij gedaan heeft.); één discipel die zelfs ten slotte Jezus wil overleveren (vers 14-16Mattheüs 26:14-1614 Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters 15 en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilverstukken toe. 16 En van toen af zocht hij een geschikte gelegenheid om Hem over te leveren.)…
Maar let op,
we verplaatsen ons naar het
huis van Simon de (waarschijnlijk door Jezus genezen) melaatse, waar Jezus met discipelen en enkele vrienden is, en zoomen in op een vrouw…
…In vers 7aMattheüs 26:6,76 Toen Jezus in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, 7 kwam er een vrouw naar Hem toe die een albasten fles met zeer kostbare zalf had; en zij goot die uit op Zijn hoofd terwijl Hij aanlag. lezen we dat ze met een albasten fles kostbare zalfolie (nardus-olie, zie Markus 14Markus 14:3-93 En toen Hij in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, kwam er, toen Hij aanlag, een vrouw met een albasten fles met zuivere, kostbare narduszalf en nadat zij de albasten fles gebroken had, goot zij hem uit op Zijn hoofd. 4 En er waren er sommigen die verontwaardigd waren bij zichzelf en zeiden: Waartoe diende deze verkwisting van de zalf? 5 Want die had voor meer dan driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden; en zij vielen scherp tegen haar uit. 6 Maar Jezus zei: Laat haar met rust. Waarom valt u haar lastig? Zij heeft een goed werk aan Mij verricht. 7 Want de armen hebt u altijd bij u en wanneer u wilt, kunt u hun weldoen, maar Mij hebt u niet altijd. 8 Zij heeft gedaan wat zij kon; zij heeft van tevoren Mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis.
9 Voorwaar, Ik zeg u: Overal waar dit Evangelie gepredikt zal worden in heel de wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden over wat zij gedaan heeft. en Johannes 12Johannes 12:1-81 Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had. 2 Zij nu bereidden daar een maaltijd voor Hem, en Martha bediende; en Lazarus was een van hen die met Hem aanlagen. 3 Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf. 4 Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou: 5 Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven? 6 En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd. 7 Jezus dan zei: Laat haar begaan; zij heeft dit bewaard met het oog op de dag van Mijn begrafenis. 8 Want de armen hebt u altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd.) naar de Heere Jezus toe komt. Johannes (hoofdstuk 12) noemt haar naam: Maria, zuster van Lazarus en Martha. Mattheüs noemt haar naam niet. Zo valt nadruk op wat ze geeft en doet. Wat dan? Zie het vervolg van vers 7: ‘zij goot die uit op Zijn hoofd terwijl Hij aanlag’.
Het gaat om een voorraadfles, Johannes (12:3)Johannes 12:3Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf. spreekt van ‘een pond’ (ongeveer ½ liter) om parfum flesjes bij te vullen! Voor normaal gebruik waren maar een paar druppeltjes per keer nodig. Een hele fles werd alleen gebruikt voor het zalven van doden…
Maria neemt de fles, breekt de hals (Markus 14:3Markus 14:3En toen Hij in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, kwam er, toen Hij aanlag, een vrouw met een albasten fles met zuivere, kostbare narduszalf en nadat zij de albasten fles gebroken had, goot zij hem uit op Zijn hoofd.) en giet de hele voorraad over de Heere Jezus uit. Mattheüs noemt het hoofd, Johannes de voeten: bedoeld zal zijn van hoofd tot voeten overgoten. Een doordringende geur vervult het huis…
Op actie volgt reactie en die is niet mals.
De discipelen zijn verontwaardigd over de verspilling, ‘deze zalf had immers duur verkocht kunnen worden en de opbrengst aan de armen gegeven’, vers 9.
Huichelachtig van de discipelen? Voor één wel, zien we zo dadelijk (zie ook Joh. 12:4-6Johannes 12:4-64 Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou: 5 Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven? 6 En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd.). Voor elf niet. Immers Jezus heeft hen de zorg voor de armen Zelf geleerd…
Toch reageert Jezus als volgt:
‘Zij heeft een goed werk aan Mij verricht’. In de Griekse grondtekst krijgt ‘een goed werk’ en ‘Mij’ de nadruk. Geen verkwisting maar een goede daad. Het adres, het doel, van de zalving is Jézus. En een goed werk in Gods ogen is verbonden met, inderdaad, geloof!
De (verdere) toelichting krijgen we in vers 12: ‘Want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis’.
Jezus bepaalt (opnieuw) de twaalf discipelen bij Zijn lijden en sterven; met afrondende begrafenis. En in het gelovig aanvaarden van Jezus’ prediking en program van lijden en sterven, begraven, gaat deze vrouw, Maria, de discipelen vóór.
‘Een vrouw, Eva’s dochter, legt haar handen op Gods Offerlam als Het weggevoerd wordt naar het altaar. Gelovig, liefhebbend.’ (Van Bruggen raak gezegd).
En zóals de geur van nardus het huis doordringt, zó zal de geur van het lijdens-evangelie door de wereld trekken, waar God ons bij wil inschakelen.
Zijn de discipelen verder gekomen in hun geloofsontwikkeling?
Ik ben er niet zeker van… Een verzwaring van Jezus’ lijden!
Erger is wat we bij discipel Judas zien in de vss 14-16Mattheüs 26:14-1614 Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters 15 en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilverstukken toe. 16 En van toen af zocht hij een geschikte gelegenheid om Hem over te leveren., waar hij zijn Heere verraadt voor 30 zilverlingenDe prijs van een slaaf. (vgl. Zacharia 11:12Zacharia 11:12Want Ik had tegen hen gezegd: Als het goed is in uw ogen, geef Mij Mijn loon; zo niet, laat het na. Toen hebben zij Mijn loon afgewogen: dertig zilverstukken.). Een anticlimax. Voor hem is de maat vol. De Heere Jezus wordt voor Judas een struikelblok. Hij had het zich zo anders voorgesteld. De geur van het lijdens- en stervens-evangelie wordt voor hem tot een aanstoot (ergernis), een geur ten dode (2 Kor. 2:15,162 Korinthe 2:15,1615 Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan; 16 voor de laatsten een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een levensgeur, die leidt tot het leven. Maar wie is tot deze dingen bekwaam?). Vandaar dat hij doet wat hij doet.
Motief:
ongeloof gepaard met geldzucht (vgl. Joh. 12:6Johannes 12:6En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd.). En wat betreft dat laatste: niet voor niets lezen we in de Bijbel dat geldzucht de wortel van alle kwaad is, 1 Tim. 6:101 Timotheüs 6:10Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.. Het kan zelfs leiden tot het overleveren van de Zaligmaker!
Maar nu jij / u: in wiens voetsporen wil je gaan?
In die van Maria…
…of die van Judas.
In de voetsporen van de discipelen van dat moment blijven hangen, kan niet: het is vóór of tegen Jezus en Zijn kruis-evangelie. Zeg ik dan dat ze geen gelovigen waren? Nee, en ze zijn ook niet echt lauw ofzo, maar ze moeten wel een stap verder komen in hun geestelijke ontwikkeling (voor de ingewijden: vergelijk heilsorde).
Oké, van de geschiedenis van Maria leren we:
- Aanvaard als Maria, voor het eerst of vernieuwd, het heerlijk lijdens-evangelie en vertrouw je als zondaar toe aan het Lam Gods als Redder en Heer(e) van je leven. (Joh. 1:11,12Johannes 1:11,1211 Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven;).
- En geeft eer aan de gekruisigde Overwinnaar van satan, dood en hel. Door Zijn dood en begrafenis mag ik leven! (Opb. 5:12Openbaring 5:12En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging.).
- En: laten we als Maria eersten zijn in het dienen van Jezus (Matth. 6:33Mattheüs 6:33Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.).
- Kortom: laten we als Maria een geur van Christus zijn (2 Kor. 2:152 Korinthe 2:15Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan;).
Valt er iets te leren van wat Judas deed?
Maar ook van de geschiedenis van Judas, die zelfs, als God het niet verhoedt, discipelen infecteert, leren we:
- Geef de duivel geen plaats Ef. 4:27Efeze 4:26,2726 Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27 en geef de duivel geen plaats..
- En: Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te wordt van de levende God (Hebr. 3:12 [ vers 12-15Hebreeën 3:12-1512 Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God; 13 maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door de verleiding van de zonde. 14 Want wij hebben deel aan Christus gekregen, als wij tenminste het beginsel van de vaste grond van het geloof tot het einde toe onwrikbaar vasthouden, 15 terwijl er wordt gezegd: Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals in de verbittering. ]).
- En: Wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt (1 Korinthe 10:121 Korinthe 10:11,1211 Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is.
12 Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.).
- En: Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak (Matth. 26:41Mattheüs 26:41Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.).
- Maar ook: Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt (Gal. 6:1Galaten 6:1Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt.).
Laten we met de woorden van onze Heiland danken en aanbidden: ‘(…)
Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging’.
Een goede voorbereiding van Goede vrijdag / Pasen toegewenst!
Uw, jouw Pier Meindertsma
Opwekking 546:
(…)
Omdat Hij al mijn zonden droeg
en door Zijn bloed ben ik nu vrij,
want Jezus’ offer was genoeg
voor Gods vergeving ook voor mij.Ja, Hij is mijn gerechtigheid,
want zie, het Lam is op gestaan!
Hij troont als Heer der heerlijkheid,
Wiens liefde eeuwig zal bestaan.
Ik leef in Hem en hij in mij;
zo één met Hem sterf ik niet meer;
eens zal ik zitten aan Zijn zij,
mijn Jezus Redder en mijn Heer.