Grondtekst Bijbelvertalingen – maar welke is betrouwbaar?
Punt II: Textus receptus, of beter nog: de Traditionele tekst
1e. Zo zien we al wat contouren van de stof van ons thema opdoemen. En hopelijk beginnen we het belang ervan te ontdekken. Dan kunnen we nu wat meer to the point komen en wat dieper gaan.
2e. In mijn voorwoord noemde ik al het voorbeeld van het ‘Onze Vader’ in Matth. 6, waarin de NBV een gedeelte mist dat de St.V. (incl. HSV) wel heeft. En van 1 Tim. 3:16 waar de NBV ‘Hij’ heeft en de St.V ‘God’.
Nog een voorbeeld: Matth. 18:11, zoek dat vers eens op in de NBV…
En blader verder naar Hand. 8:37…
De verzen zijn weggelaten!
Slechts vier voorbeelden uit een groot aantal afwijkingen tussen St.V. en NBV – waarbij ik de verschillende manier van vertalen (zie noot 1) nu even buiten beschouwing laat. Niet alleen hele zinnen ontbreken, maar ook zijn telkens weer woorden veranderd en vooral weggelaten. En al onderzoekende zul je erachter komen dat zelfs álle Nederlandse vertalingen van St.V en HSV afwijken…
Eenzelfde verschijnsel van afwijkende vertalingen zien we in Engeland, Duitsland, Frankrijk én… zelfs in Servië.
Voor meer details zie onderaan bij het notenmateriaal noot 4).
Ik noem hier ook even het volgende uit de Inleiding van een ontdekkend artikel naar aanleiding van Bijbelvertalingen in Israël:
Thomas Vauclair
‘Dat er tussen oudere en nieuwere Israëlische vertalingen van het Nieuwe Testament “duizenden” verschillen bestaan, weten de meeste Messiasbelijdende Joden niet of nauwelijks, aldus Thomas Vauclair. “En dus zijn ze ook onkundig over de oorzaak daarvan.” ’ noot 5).
3e. Nou de oorzaak van die afwijkingen heeft met het gebruik van afwijkende grondteksten te maken. Zoals boven al is verwoord, kunnen we (grofweg) onderscheiden tussen twee soorten van teksttypen:
⮞ A. Textus receptus:
Latijn voor: ontvangen of gekregen tekst, waarop KJV en St.V. (inclusief HSV) zijn gebaseerd. Of genoemd: Traditionele (overgeleverde) tekst.
Het gaat om de onder Gods voorzienigheid zorgvuldig door de gemeenten van Christus ontvangen, bewaarde en overgeleverde tekst. Ook aangeduid met: Byzantijnse of Constantinopolitische tekst, (Meerderheidstekst of op z’n Engels: Majority text).
Byzantijnse tekst, omdat we bij de Textus receptus, die sinds de Reformatie-tijd in gedrukte vorm tot ons komt, te maken hebben met de door de kerk overgeleverde tekst bestaande uit Byzantijnse handschriften noot 6). ‘Byzantijns’ genoemd in verband met de ruim tien eeuwen durende Byzantijnse periode. noot 7).
En omdat de tekst gelinkt wordt aan Antiochië vinden we ook de kwalificatie: Antiocheense tekst. Dan heb je nog de benaming: Syrische tekst. De ontvangen tekst wordt, gezien de kerkelijke overlevering, ook wel gewoon betiteld als: Kerkelijke tekst.
Textus receptus | Op Textus receptus gebaseerd: |
Ook genoemd: Traditionele (overgeleverde) tekst |
King James |
⮞ B. Kritische of Eclectische tekst:
dit is de tekstvorm die ik eerder benoemde met Neo-grondtekst, waarop eigenlijk alle ‘moderne’ (vanaf anderhalve eeuw geleden tot nu) soorten van vertalingen zijn gebaseerd. Hieraan ligt vooral het Alexandrijnse of Egyptische teksttype ten grondslag.
Zelfs de door mij in Servië tot nu toe veelal in de samenkomsten gebruikte Engelse NKJV, schijnt ermee geïnfecteerd te zijn (een 10%, want anders problemen copy-right, als ik het goed heb) en in de NKJV-voetnoten staan de variaties die gevonden worden in de Kritische tekst. noot 8)
Kritische tekst | Op de Kritische tekst gebaseerd: |
Ook genoemd: Neo-grondtekst |
NBG51 |
4e. Met betrekking tot de Textus receptus, slaan we de blik op Antiochië.
Door Gods genade schiet het wortel, we lezen:
.
Barnabas roept hen vervolgens op zich voor te nemen bij de Heere te blijven:
. En bij de Heere blijven betekent ook bij Zijn Woord. Barnabas brengt daarom Saulus (ja, de apostel, ook Paulus genoemd, naar Antiochië en we lezen: . Hier krijgen de gelovigen, Joden en heidenen, voor het eerst de erenaam ‘christenen’, .
5e. De gelovigen in Antiochië blijven inderdaad dichtbij God en Zijn Woord en de Heere maakt de gemeente een zegen voor de opbouw van Zijn Koninkrijk. In Hand. 13 zien we dat door de gemeente Barnabas en Saulus voor hun zendingsbediening worden uitgezonden,
. We zien hen ook weer naar Antiochië terugkeren, , en er een poos blijven, .In Hand. 15 gaat de gemeente samen met Paulus en Barnabas onder Gods bijzondere leiding door een crisis heen in verband met de vraag of gelovigen uit de heidenen zich nog moeten laten besnijden en gebonden zijn aan de wet van Mozes (dat is: de wet van de ceremoniën),
, wat niet het geval is, lees verder in dit hoofdstuk. Wel worden ze geacht zich te onthouden van wat we lezen in de verzen en .Zie ook nog
.6e. Door al deze dingen wordt de gemeente van Antiochië steeds meer gebouwd en wordt meer en meer van betekenis voor de zich onder Gods genade wereldwijd uitbreidende kerk en volgt als het ware Jeruzalem op als moeder-gemeente. Oftewel zoals iemand zegt:
In deze gemeente is het waar de Godvruchtige ‘kerkvader’ Ignatius noot 10) (gestorven als martelaar – tussen het jaar 110 en 117 te Rome) leeft en vanaf het jaar 69/70 zijn bediening als oudste of opziener uitoefent. Hij is ook apologeet bestrijdende docetisme en gnostiek. In de 3e en 4e eeuw hebben in Antiochië belangrijke kerkvergaderingen plaats.
7e. Verder moet worden geattendeerd op de Antiocheense school noot 11), die in de 3e eeuw werd gesticht, namelijk door Lucianus (ook hij stierf als martelaar – in 312). Lucianus was overtuigd van de Bijbel als de Heilige Schrift met de daaraan verbonden autoriteit en wantrouwde de heidense filosofie noot 12).
In de school werd een gezonde Schrift met Schrift-verklarende uitleg voorgestaan – dat in tegenstelling tot een Schriftinterpretatie die sterk allegorisch is. Lucianus was ook degene die zich bezig hield met een uitgave van het Griekse NT (naast die van de Septuagint, de Griekse vertaling van het OT). Niet door hem samengesteld ofzo, nee, maar onder Gods voorzienigheid door hem ontvangen en doorgegeven – inderdaad, de Traditionele tekst, die in Syrië, Klein Azië en Byzantium verder werd ontvangen.
Zie verder nog notenmateriaal noot 13).
8e. Zoals gezegd aan het eind van punt I kunnen we eigenlijk toch het beste met David Sorenson die laatste term, Traditionele tekst, gebruiken. noot 14)
Al is met de betiteling Textus receptus niets mis, toch is het een ‘vreemd’-talige benaming die voor ons ‘vervreemdend’ kan werken. Daar komt bij dat velen bij Textus receptus alleen denken aan de versie ervan die (en wel ‘pas’ vanaf 1633) verbonden is met of gelinkt aan de gedrukte uitgave hiervan door de gebroeders Elzevir (zie noot 3), waar de term voor het eerst ‘opduikt’.
Maar het gaat om de Textus receptus naar de inhoud, de overgeleverde en ontvangen tekst, dus de Traditionele tekst als ‘the direct descendant of the originals or autographs (…) noot 15). We hebben hier dus te maken met het originele Woord van God.
Ja, het is waar, het woord ‘traditioneel’ kan wel wat ouderwets klinken. Dat stoffige moeten we er even afblazen: het gaat, nogmaals, om de onder Gods genade en goede leiding overgeleverde en ontvangen tekst.