Studie – Grondtekst Bijbelvertalingen (Noten 1-12)

Van welke grondtekst gaat uw Bijbel uit?

Grondtekst Bijbelvertalingen – maar welke is betrouwbaar?

Notenmateriaal, deel 1

Noot 1
Op de website van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS), bij Bijbelvertaling, wordt het als volgt weergegeven:

‘De Statenvertaling is een zo letterlijk mogelijke vertaling. Onze keuze voor deze vertaling vloeit voort uit onze belijdenis, dat de Heilige Schrift niet alleen zakelijk, maar ook woordelijk, van woord tot woord, het geïnspireerde Woord van God is. Al de Schrift is van God ingegeven (2 Tim. 3:16). Alles, tot in de kleinste delen, heeft voor ons betekenis, niet alleen wát er geschreven is, maar ook hóé het geschreven is. In veel moderne vertalingen zijn vertaalkeuzes gemaakt die minder recht doen aan de geïnspireerde Bijbeltekst.’

Voorbeeld van een minder letterlijke vertaling die ik (bij mijn preekvoorbereiding pas geleden) opmerkte. Ten aanzien van Ef. 5:21.
De NBV trekt dit vers, het participium negerend, in zijn vertaling als het ware los van het voorgaande gedeelte en plaatst het in de volgende perikoop. Maar participium (deelwoord: ‘onderdanig zijnde’, St.V.) laat zich niet wegvertalen. Dus, los van het redebeleid dat eveneens met het voorgaande verbindt, zien we die koppeling taalkundig, grammaticaal.

Het zal waar zijn dat Ef.5:21 eveneens een overgang vormt en het volgende gedeelte bij het voorgaande laat aansluiten. En het volgende gedeelte is daarbij niet alleen vs 22-33, maar 5:22–6:9! Ef. 5:21 wordt hier in drie onderdelen uitgewerkt. Bij de NBV echter lijkt Ef. 5:21 alleen van toepassing op vs 22-33 (nl. in één pericoop gezet, los van de andere twee gedeelten).

De vraag komt dan als vanzelf op: is de vertaling en rangschikking van de NBV misschien theologisch gemotiveerd ofzo…? Waarbij ik trouwens aanteken dat ook de HSV het participium niet goed weergeeft, maar het (gelukkig) wel bij het voorgaande gedeelte laat staan.

Noot 2
Op de grondtekst van het Oude Testament ga ik in onze studie niet verder in.
Wel kunnen we overnemen wat we er van lezen op genoemde GBS-website (zie noot 1): Voor het Oude Testament maakten de Statenvertalers gebruik van de zogeheten Masoretische tekst. Dat is de oorspronkelijke door de Heilige Geest geïnspireerde grondtekst, door Joodse schrift-geleerden in de tweede tot achtste eeuw na Christus voorzien van klinkertekens en accenten en in 1517 voor het eerst in druk verschenen.

Bombergiana

De Statenvertalers gebruikten de zogeheten Tweede Rabbijnenbijbel van Jacob ben Chayyim (ook genaamd de Bombergiana), waarschijnlijk in de editie van Buxtorf 1618/19.

Noot 3
De term Textus receptus zelf duikt voor het eerst op in het (Latijnse) voorwoord van de 2e editie van het Griekse NT, uitgegeven door de gebroeders Elzevir (niet Elzevier), 1633.
Noot 4
In de Nederlandse St.V. (incl. HSV) mist niets en is niets veranderd. Maar wel in de NBG-51, de NBV, de Groot Nieuws Bijbel, de Willibrordvertaling, enzovoort.

Daargelaten het feit dat de NBG51 die woorden en zinnen, die de vertalers eigenlijk willen weglaten, toch maar tussen haken zet ([ ]).

In de Friese taal zien we de verschillen tussen de Wumkes-Bibel en de Nije Fryske Bibeloersetting-1978 (de nieuwste Friese vertaling is in voorbereiding en is gepland in 2024 uit te komen).

In Engeland hebben we de KJV (King James). Let echter op de veranderingen die je vindt in de New American Standard Bible, de Revised Version, New International Version en zelfs de ESV (English Standard Version), etcetera.

De Franse vertaling van David Martin van het Nieuwe Testament is volledig genoeg, zo niet de versie van Louis Segond.

In Duitsland is er gelukkig wel de Schlachter-Bibel, in 1905 voor het eerst uitgegeven (met latere revisies). De andere vertalingen wijken af, ook de latere edities van de Luther-bibel en zelfs de Elberfelder-bibel.

Voor Servië geldt de gelukkige omstandigheid dat in kringen van de Oosters-orthodoxe kerk een nieuwere vertaling (zo goed ik weet gaat het om een revisie van de Oude vertaling) is uitgegeven die niet afwijkt. Ook in evangelicale kring is een ‘niet afwijkende’ vertaling in voorbereiding. De bedoeling is dat dit een soort Servische King James Bijbel wordt; in Kroatië is zo’n Bijbel er al.

Noot 5
Artikel in RD (23 sept. 2016) ‘ “Tal van verschillen” tussen diverse Israëlische vertalingen NT’, Gerrit van Dijk. Een interview met Thomas Vauclair die de brochure Het schrijfmes van Jojakim schreef die ook in het Nederlands is verschenen.

De titel van de brochure verwijst naar koning Jojakim en de geschiedenis uit Jer. 36:23.

Het artikel is als Bijlage toegevoegd.

Noot 6
Binnen de Byzantijnse tekst-traditie bestaat ook variatie in het tekstmateriaal, echter maar een paar honderd relatief kleine verschillen en van weinig betekenis.

Geheel anders is het met de verschillende tussen de Textus receptus-Byzantijnse tekst en de Kritische tekst: veel meer, duizenden, en veel ingrijpender.

Zie artikel RD (7 okt. ’16) ‘Textus Receptus is gezaghebbende kerkelijke tekst’, Christiaan Bremmer en drs. Lennart van Belzen – beide wetenschappelijk medewerker bij de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).

Noot 7

Het Oost-Romeinse rijk (de splitsing van het Romeinse rijk vindt plaats eind vierde eeuw) wordt later door het Westen: Byzantijnse rijk genoemd.

Hoofdstad: Constantinopel (nu Istanbul). Voorheen heette de stad echter Byzantium. Pas later is de stad bekend geworden onder de naam Constantinopel in verband met keizer Constantijn, die deze stad al eerder, in 330, aanwees als nieuwe hoofdstad – inderdaad als Nova Roma betiteld – van het Romeinse rijk.

Noot 8
Je leest dan telkens in de voetnoot: ‘NU-text reads’, of: ‘NU-text omits’, en dan volgt de variatie; ‘N’ staat voor Nestle-Aland Greek NT – 27e editie, and ‘U’ voor United Bible societies – 4e editie.

Deze variaties, afwijkend van de Textus receptus of Traditionele tekst, ‘generally represent’, aldus de Preface van de NKJV, ‘the Alexandrian or Egyptian type of text’, oftewel de Neo-grondtekst of de Kritische of Eclectische tekst.

In de noten vinden we ook zo nu en dan: M-tekst. Dit symbool geeft aan een variatie binnen de Meerderheidstekst- of Majority tekst-traditie afwijkend van de Textus receptus.

Noot 9

Antiochië

In tegenstelling tot Antiochië in Pisidië, in Klein-Azië, Hand. 13:14vv; 14:21vv).

Noot 10
Dat is Ignatius van Antiochië, waarvan Michael A.G. Haykin in zijn boek Rediscovering the Church Fathers, p. 31, aangeeft dat in zijn zeven brieven we een van de rijkste bronnen vinden ‘for understanding Christianity in the era immediately following that of the apostles’.
Waaraan hij in de woorden van een citaat van iemand toevoegt: deze brieven manifesteren ‘such strong faith and overwhelming love of Christ as to make them one of the finest literary expressions of Christianity during the second century’.

Noot 11
Zie over Antiochië en de Antiocheense school de artikelen van J.H. Landwehr in de Christelijke Encyclopedie (Chr. Enc.) 1e druk/editie – 1926vv (en de artikelen hierover in de 2e editie – 1956vv; in deze druk vinden we ook een artikel over Antiochië met betrekking tot (enige?) daar gehouden kerkvergaderingen).

De derde editie van de Chr. Enc. heb ik niet voor handen. Deze heeft overigens – in het algemeen gesproken (positief-christelijke artikelen daargelaten) – toch ook een andere kleur dan de eerste twee edities. Dat is in zekere zin te verwachten van een algemene Wikipedia-encyclopedie e.d., maar niet van een zich christelijk noemende encyclopedie.

Noot 12
Lucianus van Antiochië is waarschijnlijk wel door golven van dwaalleer heengegaan, zou zelfs een tijdje geëxcommuniceerd zijn geweest, later terugkerende naar de rechtzinnige leer, alhoewel hij, las ik ergens, toch wat onzuiver dacht over de Triniteit…

Hoe ook, terwijl wordt gezegd dat ook Arius (250 – 336), de grondlegger van het Arianisme, bij hem studie gelopen heeft, belijdt Lucianus wel degelijk voluit de Goddelijkheid van Jezus Christus.

</>Over Arius en het arianisme uitgebreid in John Piper, De Vreugde van God (vertaling van The Pleasures of God), Utrecht 2007, 30vv.

Noten 13 – 24