Van welke grondtekst gaat uw Bijbel uit?
Voorbeeld van een minder letterlijke vertaling die ik (bij mijn preekvoorbereiding pas geleden) opmerkte. Ten aanzien van Ef. 5:21Ef. 5:21St.V.:
20 Dankende te allen tijd over alle dingen God en de Vader, in de Naam van onze Heere Jezus Christus;
21 Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods.
Huiselijke plichten
22 Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Heere;
HSV:
20 en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de Naam van onze Heere Jezus Christus.
21 Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.
Vrouw en man in het huwelijk
22 Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere,
NBV:
20 en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.
21 Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus.
22 Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer,.
De NBV trekt dit vers, het participium negerend, in zijn vertaling als het ware los van het voorgaande gedeelte en plaatst het in de volgende perikoop. Maar participium (deelwoord: ‘onderdanig zijnde’, St.V.) laat zich niet wegvertalen. Dus, los van het redebeleid dat eveneens met het voorgaande verbindt, zien we die koppeling taalkundig, grammaticaal.
Het zal waar zijn dat Ef.5:21 eveneens een overgang vormt en het volgende gedeelte bij het voorgaande laat aansluiten. En het volgende gedeelte is daarbij niet alleen vs 22-33, maar 5:22–6:9! Ef. 5:21 wordt hier in drie onderdelen uitgewerkt. Bij de NBV echter lijkt Ef. 5:21 alleen van toepassing op vs 22-33 (nl. in één pericoop gezet, los van de andere twee gedeelten).
De vraag komt dan als vanzelf op: is de vertaling en rangschikking van de NBV misschien theologisch gemotiveerd ofzo…? Waarbij ik trouwens aanteken dat ook de HSV het participium niet goed weergeeft, maar het (gelukkig) wel bij het voorgaande gedeelte laat staan.
De Statenvertalers gebruikten de zogeheten Tweede Rabbijnenbijbel van Jacob ben Chayyim (ook genaamd de Bombergiana), waarschijnlijk in de editie van Buxtorf 1618/19.
Daargelaten het feit dat de NBG51 die woorden en zinnen, die de vertalers eigenlijk willen weglaten, toch maar tussen haken zet ([ ]).
In de Friese taal zien we de verschillenMatth. 6:13Wumkes-Bibel:
13 en lied ús net yn forsiking, mar forlos ús fen ’e kweade;
went Jowes is it keninkryk en de krêft en de hearlikheit oant yn ivichheit. Amen.
Nije Fryske Bibeloersetting:
13 en lit ús net yn fersiking komme, mar ferlos ús fan ’e kweade;
[want jowes is it keninkryk en de krêft en de hearlikheid oant yn ivichheid. Amen.] tussen de Wumkes-Bibel en de Nije Fryske Bibeloersetting-1978 (de nieuwste Friese vertaling is in voorbereiding en is gepland in 2024 uit te komen).
In Engeland hebben we de KJV (King James). Let echter op de veranderingen die je vindt in de New American Standard Bible, de Revised Version, New International Version en zelfs de ESV (English Standard Version), etcetera.
De Franse vertaling van David Martin van het Nieuwe Testament is volledig genoeg, zo niet de versie van Louis Segond.
In Duitsland is er gelukkig wel de Schlachter-Bibel, in 1905 voor het eerst uitgegeven (met latere revisies). De andere vertalingen wijken af, ook de latere edities van de Luther-bibel en zelfs de Elberfelder-bibel.
Voor Servië geldt de gelukkige omstandigheid dat in kringen van de Oosters-orthodoxe kerk een nieuwere vertaling (zo goed ik weet gaat het om een revisie van de Oude vertaling) is uitgegeven die niet afwijkt. Ook in evangelicale kring is een ‘niet afwijkende’ vertaling in voorbereiding. De bedoeling is dat dit een soort Servische King James Bijbel wordt; in Kroatië is zo’n Bijbel er al.
De titel van de brochure verwijst naar koning Jojakim en de geschiedenis uit Jer. 36:23 Jer. 36:22-23Tooltip inhoud.
Het artikel is als Bijlage toegevoegd.
Geheel anders is het met de verschillende tussen de Textus receptus-Byzantijnse tekst en de Kritische tekst: veel meer, duizenden, en veel ingrijpender.
Zie artikel RD (7 okt. ’16) ‘Textus Receptus is gezaghebbende kerkelijke tekst’, Christiaan Bremmer en drs. Lennart van Belzen – beide wetenschappelijk medewerker bij de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).
Het Oost-Romeinse rijk (de splitsing van het Romeinse rijk vindt plaats eind vierde eeuw) wordt later door het Westen: Byzantijnse rijk genoemd.
Hoofdstad: Constantinopel (nu Istanbul). Voorheen heette de stad echter Byzantium. Pas later is de stad bekend geworden onder de naam Constantinopel in verband met keizer Constantijn, die deze stad al eerder, in 330, aanwees als nieuwe hoofdstad – inderdaad als Nova Roma betiteld – van het Romeinse rijk.
Deze variaties, afwijkend van de Textus receptus of Traditionele tekst, ‘generally represent’, aldus de Preface van de NKJV, ‘the Alexandrian or Egyptian type of text’, oftewel de Neo-grondtekst of de Kritische of Eclectische tekst.
In de noten vinden we ook zo nu en dan: M-tekst. Dit symbool geeft aan een variatie binnen de Meerderheidstekst- of Majority tekst-traditie afwijkend van de Textus receptus.
In tegenstelling tot Antiochië in Pisidië, in Klein-Azië, Hand. 13:14vvHand. 13:14,1514 En zij gingen vanuit Perge het land door en kwamen in Antiochië in Pisidië; en zij gingen op de dag van de sabbat de synagoge binnen en gingen daar zitten.
15 En na het voorlezen van de Wet en van de Profeten lieten de hoofden van de synagoge tegen hen zeggen: Mannenbroeders, als er bij u een woord van bemoediging voor het volk is, spreek dan.; 14:21vvHand. 14:21,2221 En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië,
22 en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan.).
De derde editie van de Chr. Enc. heb ik niet voor handen. Deze heeft overigens – in het algemeen gesproken (positief-christelijke artikelen daargelaten) – toch ook een andere kleur dan de eerste twee edities. Dat is in zekere zin te verwachten van een algemene Wikipedia-encyclopedie e.d., maar niet van een zich christelijk noemende encyclopedie.
Hoe ook, terwijl wordt gezegd dat ook Arius (250 – 336), de grondlegger van het Arianisme, bij hem studie gelopen heeft, belijdt Lucianus wel degelijk voluit de Goddelijkheid van Jezus Christus.
</>Over Arius en het arianisme uitgebreid in John Piper, De Vreugde van God (vertaling van The Pleasures of God), Utrecht 2007, 30vv.
Werken onder Roma in Servië