Hermeneutiek – over het uitleggen van de Bijbel
Hoofdstuk VII: Een cruciale tweesprong
-
Ondertussen staan we voor een tweesprong of keuze die cruciaal is. Wat is bij ons doorslaggevend: de Schrift als het gezaghebbend Woord van God (de Schrift gelezen zoals die zich geeft) of het denken van de mens (de Schrift gelezen door onze culturele bril)?
Als het laatste de toon aangeeft wordt de Bijbel van haar Goddelijke boodschap ontdaan en past zich aan aan cultureel-antropologische inzichten.
Als het eerste de toon aangeeft, de Schrift als Woord van God, dan brengt het ons tot het ons onderwerpen aan de Bijbelse boodschap, ook als het ons tegen onze menselijke haren instrijkt. We buigen ons voor de God van het Woord, wat inderdaad, zoals dr. Velema zegt, hetzelfde is als bekeren.
- Het gaat inderdaad om de gezags-vraag. Het cruciale is dus of wij God het gezag willen geven dat Hem toekomt.
- En daarmee verbonden: laten we de ‘sleutel der kennis’, waarvan we lezen in niet ‘wegnemen’, vandaar de hermeneutische regels.
- Met de ‘oude’ berijming kunnen we Psalm 119 couplet 80 zingen:
Ai, zie, o HEER’, dat ik Uw wet bemin;
Uw gunst vernieuw’ mijn leven en mijn krachten.
Uw Godd’lijk woord is waarheid van ‘t begin;
Uw recht heeft nooit verandering te wachten;
Dies (daarom) houd ik dat met een verblijden zin;
Leer door Uw Geest mij dat gestaâg betrachten
En de ‘hedendaagse’ Bijbelse reflectie van Stuart Townend:
Spreek, o Heer, door uw heilig woord,
dat ons hart U hoort en verzadigd wordt.
Zaai uw woord,
plant het diep in ons
en verander ons naar uw evenbeeld,
zodat Christus’ licht in ons zichtbaar is,
onze daden maakt tot getuigenis. Spreek, o Heer, en voltooi in ons wat uw hand begon tot uw heerlijkheid.