Stud

Hoofdstuk 11

Fundamentenstudie: Hfdst. 11. Leven met en voor God

Hoofdstuk 11. Leven met en voor God   Psalm 25 In wezen komen in dit hoofdstuk allerlei lijnen uit de voorgaande hoofdstukken samen: leven met en voor God, waarbij het ons overkoepelend gaat om Gods eer (hoofdstuk 4 – punt A). Het heeft natuurlijk alles met ons christenleven en onze heiliging te maken, zaken die we in hoofdstuk 7 over de Heilige Geest en Zijn werk hebben aangeroerd. In de Heere Jezus Christus ben je heilig ( spreekt van ‘heiligen’), maar nu word je ook opgeroepen heilig te leven: . Dat wil zeggen: door God afgezonderd van de zonde tot Zijn eigendom, worden we nu opgeroepen in plaats van te zondigen, Hem toegewijd te leven. Hierbij is sprake van een proces dat je doorloopt – een veranderingsproces dat God door de Heilige Geest in jou en mij wil verwezenlijken. Alle heiliging, alle christenleven begint – voortdurend – met ons persoonlijk contact met God, waarbij ons de hoofdstukken 1 en 6 in gedachten komen: het bezig zijn met de Bijbel (Gods spreken tot jou, waarin het leren kennen van God een centrale plaats inneemt) en gebed (jouw antwoord naar God toe op Zijn spreken). Laten we breed beginnen:ons contact, onze omgang met God heeft verband met het hele leven, ons hele dagelijks breed uitgewaaierde christenleven, met al zijn up’s en down’s, met werken en ontspanning, met eten en drinken, met onze thuissituatie, onze gemeente en de maatschappij waarin we ons bewegen. God wil hierin met ons optrekken en wij mogen met Hem optrekken.Met Hem wandelen, noemt de Bijbel dat. Wat is daarbij van wezenlijk belang? (vgl. hoofdstuk 8, punt 4). gaat samen met De Tien geboden. Hoe? De Tien geboden, die verder in de Bijbel worden uitgewerkt, zijn kernleefregels. Welke tien kernzaken komen ter sprake? Het gaat in de Tien geboden om ethische geboden, die ook in de Nieuwtestamentische tijd (de tijd na Jezus’ komst) gelden. (Dit in tegenstelling tot schaduw-wetten die naar de Heere Jezus en Zijn werk wijzen en sinds Jezus’ komst 2000 jaar geleden niet meer ‘in functie zijn’.) Toch zijn er in de Nieuwtestamentische uitvoering enig wijzigingen. Welke? Onze levenswandel met God kan met beproevingen c.q. verzoekingen gepaard gaan. Wat zie je daarvan in Psalm 25? Wat leren we in de psalm (Psalm 25 dus) hoe David daarmee omgaat, hoe hij verder kan? Zie ook . Aansluitend bij het voorgaande: beproevingen / verzoekingen, in Gods vaderhand worden ze gebruikt om ons te vormen. Wat zien we hierover in ? Wat is het doel? Hoe ervaar je dit snoeiproces? Sta je er open voor? In de brede geloofs-omgang...