Fundamentenstudie: Hfdst. 2. God de Vader
Hoofdstuk 2. God de Vader Mattheüs 3:13-17; Mattheüs 6:9-13; Mattheüs 7:7-11 Als we over God de Vader spreken, dan hebben we het natuurlijk over God. En er is één God. En toch, God is ‘meer’ dan één, ik bedoel meer dan één persoon alleen. Onze God is zo groot dat Hij niet slechts één is, maar ook drie: Vader, Zoon en Heilige Geest. Hij is een drie-ene (drie-vuldige) God. Onze God bestaat in drie personen, Die samen een band hebben en met elkaar omgaan. Om gemeenschap te hebben, heeft God ons, om zo te zeggen, niet nodig, Hij oefent gemeenschap in Zichzelf. Toch heeft God de mens – jou en mij – gewild om Zijn overvloeiende volheid van gemeenschap ook met ons te delen, tot zijn meerdere eer en tot ons heil. God maakt zich bekend met de Naam Jahwe (of: Jehova): Ik ben(). Daarmee wordt niet alleen aangegeven dat Hij de grote Aanwezige is, maar ook de God is Die door Zijn Zoon Jezus Christus een relatie met ons wil hebben en met ons wil zijn, d.w.z. op een heilzame manier (zie bv. ; ). Als voorschot op hoofdstuk 3: wat heeft de Naam ‘Jahwe’ met de Naam van Gods Zoon ‘Jezus’ te maken? en ; In onze vertalingen wordt Gods Naam weergegeven met ‘de H(E)ER(E)’ (geschreven met hoofdletters). In de Bijbel wordt overigens regelmatig over de ‘Naam’ van God gesproken. De Naam is in de Bijbel niet maar een titel ofzo, het wil zeggen: God Zelf, zoals Hij werkelijk is, zoals Hij Zich in de Bijbel bekend maakt.Zie bijvoorbeeld: . Gods Naam heeft dus alles met Zijn wezen, Zijn karaktereigenschappen te maken. God heeft bepaalde eigenschappen die, zoals wel wordt uitgedrukt, onoverdraagbaar zijn. Zo is Hij eeuwig, onveranderlijk, almachtig, alomtegenwoordig, niet te doorgronden (; ; ; ; ). Hoe is Zijn karakter nog meer (overdraagbaar)? Hierbij kun je ook Bijbelplaatsen opslaan als ; ; ; en . God is een zeer overvloedige bron van al het goede() ! Als het gaat om Gods Drie-eenheid, wat leren we over God al in het Oude Testament? ; En in het Nieuwe Testament (hier is het helderder). en ; ; Vader, Zoon en Heilige Geest zijn alle drie even eeuwig en zijn nooit zonder elkaar geweest. Ze zijn alle drie één in waarheid, in macht, in rechtvaardigheid en in barmhartigheid. In het begin schiep God het universum uit het niets waaruit Zijn heerlijkheid blijkt. Nog steeds draagt Hij de schepping door Zijn soevereine macht. Soms wordt de Drie-eenheid van God vergeleken met water dat zich op drie manieren kan openbaren als...