Fundamentenstudie: Hfdst. 3. Jezus Christus – Zijn lijden, sterven en opstanding
Hoofdstuk 3. Jezus Christus – Zijn lijden, sterven en opstanding Mattheüs 16:13-23; Johannes 3:16 Wie is Jezus Christus? Op deze vraag worden op één of andere manier héél verschillende antwoorden gegeven. Zó verschillend dat je je afvraagt om welke Jezus het nu eigenlijk gaat. Helemaal ‘interessant’ wordt het, als daarbij ook in kerkelijke kringen verschillend, erger: heel tegenstrijdig, gereageerd wordt. Nu is de verwarring over Wie de Heere Jezus is, niet nieuw. Al ten tijde van Jezus’ rondwandeling hier op aarde, twee millennia terug, was het zo. Ook toen waren er heel verschillende meningen over de persoon van Jezus van Nazareth. Hoe noemde de Heere zichzelf? We kunnen denken aan een moment in Jezus leven, toen Hij zich wat terug leek te trekken in de streken van Caesarea Filippi (een gebied eigenlijk buiten het Joodse thuisland van die dagen), dat Hij balans wilde opmaken over hoe de mensen tegen Hem aankeken. De Heere Jezus stelt dan de vraagaan Zijn discipelen (): Wie zeggen de mensen dat Ik,de Zoon des mensen, ben? ‘Zoon des mensen’: Zoon van de mens:dat is voor Jezus niet gewoon mensenkind, maar de titel die Hem typeert als de beloofde Zoon van Adam. De grote Verlosser, .De term is voor Jezus gelijk aan: de Christus (de Messias), de Zoon van de levende God. Moederbelofte wordt wel de moederbelofte genoemd: de moeder van alle Evangelie-beloften die in de Bijbel volgen. (De inhoud van de tekst is in de NBV helaas weg vertaald; bij de NBV21 is het enkelvoud terug, zij het met kleine letter weergegeven). Tip: bij sommige onderstaande punten zijn nogal veel Bijbelplaatsen genoemd. Laat je daardoor bij de voorbereiding niet ontmoedigen, je kunt er enkele uitnemen en wellicht later de andere opslaan. Noem een paar antwoorden die gegeven worden op de vraag Wie Jezus is. Hoe zien de mensen, de Joden, tijdens Jezus’ omwandeling op aarde, Hem? Iemand die in de Bijbel thuis is, kan zeggen dat het toch belangrijke personen uit de Bijbel, klinkende namen, zijn waarmee ze de Heere Jezus typeren. Toch heel kwalijk, waarom? Vraag is natuurlijk hoe Gods Woord Hem openbaart. Niet voor niets sprak men vroeger wel over ‘de Christus der Schriften’. Hoe kijken Jezus’ discipelen – Petrus mag het namens hen zeggen – tegen Hem aan? .Hoe is de reactie van de Heere? De NBV geeft weer: de messias (met een kleine letter); St.V., HSV en NBG: de Christus. Jezus geeft daarna een geweldige voorzegging: . Hij geeft de discipelen (apostelen) leergezag. Zij leren, onderwijzen dat dóór Jezus redding en búiten Hem ondergang is.Waarom volgt nog ? Vergelijk ook de...