Notities bij 10. Het avondmaal

Notities bij 10. Het avondmaal

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 10 (opent in nieuw tabblad).

1Goed uitgelegd. We hoeven geen bezwaar tegen de term ‘sacrament’ te hebben. Het woord betekent: een heilige (dus door God apart gezette) handeling. Van het Latijnse ‘sacer’, heilig.

2Het wordt het ‘breken van het brood’ genoemd. Met deze term werd in het algemeen het houden van een maaltijd aangegeven.

(Zie Lukas 24:(30),35;
Markus 6:41.)

Maar als het in Hand. 2:42 zo speciaal genoemd wordt als één van de vier fundamentele kenmerken bij de gelovigen, dan moeten we wel denken aan het avondmaal, de maaltijd van de Heere. De gewone maaltijden, het samen eten van de gelovigen, valt veeleer onder het punt: de gemeenschap. Net als het houden van de andere drie elementen van vers 42, heeft Jezus geboden avondmaal te vieren. (Zie Mattheüs 26).

Zie verder 1Kor. 11:23vv. en 1Kor. 10:16 waar ook sprake is van breken van brood, nl. als onderdeel van het vieren van het avondmaal.
‘Volharden’: in het Grieks staat het woord ‘proskartereoo’ dat wijst op karakteristieke zaken, die constant de aandacht vragen.

3Het doel is om Jezus te gedenken, Hem en Zijn lijden en sterven, het kruis van Golgotha, Lam van God voor onze zonden geofferd.

(Joh. 1:29;
Matth. 1:21)

Het paaslam van het Oudtestamentische Paasfeest wijst heen naar het Lam Gods, Jezus, Die Zichzelf voor ons heeft laten offeren.

4Het brood is teken van het lichaam van Christus. Het brood wordt gebroken als beeld van Jezus’ lichaam dat op Golgotha voor onze zonden gebroken, geofferd is.

Als we de Bijbelgedeeltes over het avondmaal lezen, krijgen we de indruk dat wordt gecommuniceerd dat de Heere Jezus dát brood gebruikt dat voor handen is en dat dat ook voor ons van toepassing is (bij de Heere Jezus was dat bijvoorbeeld ongezuurd brood i.v.m. de viering van het pesach (pascha); maar dat m.b.t. het vieren van het avondmaal het brood beslist ongezuurd of ongedeeld moet zijn, wordt niet gecommuniceerd).

Ongezuurd brood: voorschrift voor het pesach. Eén van de inzettingen, schaduwen die naar de Heere Jezus toewijzen. Op Gods tijd en plaats is het Ware gekomen, de schaduw-inzettingen gaan aan de kant. Vergelijk de uiteenzetting ‘Oudtestamentische voorschriften en toepassing nu’, dat – zo de Heere het geeft – op een later tijdstip op deze website zal komen, als onderdeel van de studie-serie: ‘Zoektocht Gouden draad door de Bijbel’.
Daarom: (liever) geen ongezuurd brood, maar brood dat voor handen is.

5De wijn uitgegoten in een beker is beeld van Jezus’ bloed dat op Golgotha voor ons vergoten is tot vergeving van zonden.

We nemen de tekenen van brood en wijn tot ons, dat be-teken-t dat we door het geloof, door het aannemen van Christus en Zijn offer op Golgotha, een band met Christus hebben.

Er wordt van gesproken dat het Nieuwe verbond gegrond is op Jezus’ bloed. Het Oude testament echter was ook gegrond op bloed, nl. van dierenoffers (schaduwen van Jezus’ offerbloed). De wijn is symbool (teken en zegel) van het Nieuwe verbond; Pesach was als het ware symbool van het Oude verbond, toen dus dierenoffers moesten worden gebracht als heenwijzing naar het offer van Christus. Nu heeft Jezus’ bloed gevloeid en zijn geen dierenoffers meer nodig.

Het Nieuwe van het verbond heeft dus te maken met de vervulling van wat in het Oude verbond in schaduwen naar ons toekomt. Het Oude verbond is het verbond van de komende Christus, het Nieuwe van de gekomen Christus.

Je kunt het ook zo zeggen, zoals iemand deed:

‘Nieuw heet het verbond omdat het de vervulling is van de belofte van Jer. 31:31 enz. Nieuw is dit verbond omdat in Christus al de beloften vervuld zijn en het rijke volle heil aan alle volken wordt verkondigd.’

T.a.v. verbond/testament: in het Grieks staat ‘diathèkè’: testament; van ‘diatithèmi’: verordenen, beschikken. Het is evenwel de vertaling van het Hebreeuwse ‘berit’: verbond. Beide kan dus vertaald worden: verbond of testament.
Waar het om gaat is dat God het instelt, Hij neemt het initiatief, wil een band met ons hebben, onze vader God zijn. Van ons vraagt Hij in het geloof te reageren, waardoor wij deel hebben aan de voorrechten van het verbond, oftewel aan wat Jezus’ voor Oud- en Nieuw­testamentische gelovigen verdiend heeft aan het kruis.

6De woorden ‘totdat Hij komt’ leren ons duidelijk dat onze Heere Jezus Christus een tweede keer zal komen, wat de hoop en vreugde van alle gelovigen is.

In verband hiermee uit Mattheüs 26:29: Jezus’ komst introduceert de volkomen doorbraak van Gods koninkrijk. Dan zal Hij de wijn met ons nieuw drinken. Het nieuw drinken van de wijn sluit aan bij het Nieuwe verbond.
Het Oude verbond van de uittocht uit Egypte bracht Israël bij de wijnstok in het beloofde land Kanaän. Het Nieuwe verbond – hier en nu – brengt ons bij de ongekende nieuwe wijn in Gods beloofde gerealiseerde koninkrijk.

‘Het drinken van wijn met ons’ spreekt van het beleven van de band die we met Jezus hebben (de band die dan volkomen zal zijn); het vieren van feest met Hem. ‘Die dag’ – het is de dag van Mattheüs 24:30,31.
Deze komende dag, de dag van het komende feestmaal, het heeft alles te maken met het vieren van het avondmaal. Het wijst ons naar het fundament van het feest: Jezus Die Zijn lichaam overgeeft en Die Zijn bloed uitgiet.

Je kunt het avondmaal dus een funderings­maaltijd – maar tegelijk ook een voorafspiegelings­maaltijd – noemen van die komende maaltijd.

7Je eet en drinkt onwaardig als je buiten Christus bent en nog niet deel hebt aan zijn redding (of: als je je waardigheid zoekt in jezelf of in iets anders i.p.v. in Christus en Zijn offer; oftewel: als je nog niet Jezus Christus hebt aangenomen als Redder en Heer(e) en je zo door Christus waardig hebt gemaakt.
In Handelingen 2:42 zagen we het al: ‘zij’, dat zijn de gelovigen, vers 38, 41.

Je eet ook onwaardig als je, ook al ben je gelovige, zonden hebt gedaan en die niet hebt beleden of zonden hebt toegelaten in je leven, waaraan je je vasthoudt, waar je geen vergeving voor vraagt en mee kapt.

(1Joh. 1:9;
Spr. 28:13)

8We worden opgeroepen onszelf te beproeven. Dat is jezelf grondig onderzoeken:

  • Heb je je zonden beleden, vergeving gevraagd en Christus aangenomen?
  • Maar dan verder: ben je als christen God (nog) toegewijd?
  • Laat je je leren door Zijn Woord en volg je Zijn geboden (leefregels!) op?
  • Heb je je (actuele) zonden – ook die ene ‘lieveling’– beleden, vergeving gevraagd en wil je ook daarin rein leven?

Ja? Kom dan en eet en drink!

9N.B. er staat: een oordeel, niet: het oordeel. Er is nog tijd van bekering, voor het eerst of opnieuw. Maar bekeren we ons niet, ja, dan gaat het over in het eeuwig oordeel, de eeuwige straf.

Het lichaam van de Heere niet onderscheiden (‘diakrinoo’): d.i. het lichaam van de Heere, waarvan het brood van het avondmaal een teken is, dat Hij geofferd heeft aan het kruis, dus het offer van Christus, niet juist taxeren, maar het eigenlijk minachten.

Als iemand het offer van Christus echt op waarde schat, hoe kan hij dan onwaardig mee-eten en -drinken van de maaltijd van de Heere? Laat hij zich bekeren en leven!
De Kanttekeningen bij de St.V hebben deze uitleg bij vers 29b: d.i. dewijl hij geen onderscheidt maakt tussen het brood van het avondmaal, hetwelk een heilig teken is van des Heeren lichaam, en tussen algemene spijs; en alzo zonder beproeving en eerbiedigheid hetzelve eet, gelijk ander algemeen brood.

Misbruik van het avondmaal of andere zonden die in de gemeente voortwoekeren kunnen de oorzaak zijn van dat er veel zwakte en ziekte en veel sterfte in de gemeente plaatsvindt. Niet omdraaien: veel ziekte en sterfte in een gemeente kan ook een beproeving van God zijn.

Het deelnemen van kinderen aan het avondmaal is niet mogelijk. Wie avondmaal viert moet zichzelf kunnen beproeven en het lichaam van Christus onderscheiden (vs 28,29).