Notities bij 11. Leven met en voor God
Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 11 (opent in nieuw tabblad).
De Tien geboden geven de omlijning van het dubbel liefde-gebod uit
.De Tien geboden zijn in enkele onderdelen typisch Israëlitisch.
- Zie de aanhef van de geboden (bevrijd uit het land Egypte),
- het vierde gebod (sabbatdag – de zaterdag),
- het vijfde gebod (het land dat de Heere geven zal).
De geboden hebben echter een blijvende functie,
(niet ontbinden, maar vervullen), (een samenvatting, niet een in-de-plaats-stelling).Vertrouwelijke, verborgen omgang, je zou het onze ‘stille tijd’ kunnen noemen, het persoonlijk met God zijn. ‘Omgang’ wil zeggen het geloofscontact tussen God en de gelovige, waarvan de band door de Heere Jezus en de Heilige Geest gelegd is. God spreekt door Zijn Woord. Wij antwoorden in gebed. Met de Psalm-berijming zou je deze omgang ‘verborgen’ kunnen noemen, omdat, zoals iemand verwoordt, het plaatsvindt in de intimiteit van hart tot hart.
God vrezen: kinderlijke liefde en eer-bied/respect voor hun Vader God hebben; vgl. het vijfde gebod: eer uw vader en moeder (
).‘De vrees voor God’ legt een verband tussen ‘vertrouwelijke omgang’ en ‘kennis’. Dat is: ons vol eerbied omgaan met God. Dat alles met ons biddend omgaan met Gods Woord te maken heeft, geeft ons kennis:
- kennis van God,
- kennis van onszelf,
- kennis van de dingen om ons heen,
- kennis van onze handel en wandel.
In
zien we het voorbeeld van Maria die aan de voeten van de Heere zit en luistert naar Zijn Woord. Een woord dat weerklank vindt in het hart, om antwoord vraagt in gebed en tot uitwerking komt in het doen en laten.Gods huis / tempel is in onze tijd iedere gelovige ( wordt hier concreet gezegd tot de bepaalde gemeente van Korinthe).
Dus in Nieuwtestamentische setting gaat het in om het verlangen contact met God te oefenen in persoonlijk en gemeentelijk verband. Zie ook .
M.b.t.
: God maakt hen bekend (wat de NBV wel mooi weergeeft met: ‘maakt hen vertrouwd’) met wat het geheim en de inhoud van de band met Hem is. Dat heeft dus alles met Jezus’ verzoenend werk te maken, waardoor deze band met God gesmeed wordt.Vanaf het begin der schepping heeft satan – waarbij hij na de zondeval vooral ook gebruik maakt van de wereld en ons vlees – getracht die verborgen omgang bij de gelovigen te boycotten. De ene keer meer direct, de andere keer indirect.
De afgelopen eeuwen zien we de fnuikende krachten werkzaam van de verheerlijking van mens en verstand (de zgn. Verlichting, het Modernisme).
De laatste 30 jaar – in de lijn van of in het verlengde van het voorgaande – (steeds meer) de geraffineerde invloed van het centraal stellen van mens en eigen persoonlijkheid, hoe hij persoonlijk over allerlei dingen denkt en hoe hij het persoonlijk ervaart (het zgn. Post-modernisme).
In beide levensrichtingen zit echter de mens op de troon en is er geen plaats voor een luisterende houding naar de levende God Die Zich in Zijn Woord en Zoon openbaart.
Het gebed wordt dan meditatie in de zin van het in jezelf neerdalen om contact met je zgn. goddelijke kern te zoeken. Zowel de verborgen omgang en het daarmee verbonden dagelijks leven, vloeit voort uit de individuele mens en zijn smaak i.p.v. uit het contact met God en Zijn Woord.
Onze 24-uurs-economie is natuurlijk ook een stille kracht die onze stille tijd met God ondermijnt. Ons leven wordt steeds meer gehaast en steeds minder gestructureerd.
Daarmee gaat hand in hand de vluchtigheid en oppervlakkigheid van onze tijd.
Dat werkt ook door in ons kerkelijk leven dat een kerkelijk bedrijf dreigt te worden met het nodige kerkelijk werk (in tegenstelling dan tot het doen van de wil van God). Dat maakt het moeilijk tijd voor God apart te zetten en geregeld vruchtbaar contact met Hem te oefenen.
Als ons intiem contact met God wordt lam gelegd, wordt als gevolg daarvan ook het brede leven met en voor God ondermijnd. Als het satan dus lukt de vertrouwelijke omgang met God ‘stil te leggen’, dan hoeft hij zich veel minder druk te maken over het verstoren van het brede christelijke leven.
Elke tijd heeft zijn eigen kwaad en problemen. ‘Die goeie oude tijd’ was veel minder ideaal dan wij denken: veel minder rustig, veel minder idyllisch. Wat wist men van sociale arbeidsomstandigheden en (goed geregelde) pensioenen e.d.. Wat men wel kende waren lange dagen en harde levensomstandigheden…
Met andere woorden, de gelovigen uit voorgaande tijden moesten er net als wij in hun bezigheden voor kiezen tijd voor God apart te zetten om contact met Hem te oefenen in het bezig zijn met Gods Woord en met gebed.
Onze omgang met God heeft een stukje training nodig. Je oefenen in het lezen en overpeinzen van Gods Woord en het plannen van tijd ervoor; zo ook je oefenen in gebed en het plannen ervan.
Ondertussen hebben we het (ook) over onze tijdsbesteding. Op grond van het volbrachte werk van Christus Jezus zien we ons leven en onze tijd als gave van God, waarover we goede rentmeesters mogen zijn en waarvan we later voor God verantwoording afleggen.