Notities bij 9. De doop

Notities bij 9. De doop

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 9 (opent in nieuw tabblad).

1 In het Grieks staat het woord ‘baptizo’: onderdompelen.

Waarom wellicht hedendaagse vertalingen toch ‘dopen’ hebben: het woord dopen is er in ons kerkelijk spraakgebruik ingeslepen.
Eigenlijk is het in onze tijd versluierend taalgebruik. Er staat immers: onderdompelen of nog hedendaagser gezegd: dippen.

Engelse vertaling – ‘baptize’: Toen men met de vertaling van de King James Version (KJV) bezig was, lag het vertalen van baptize in de aangegeven woorden gevoelig in bepaalde heersende kerkelijke kringen. Vanaf toen is men steeds het verengelste Griekse woord in ook andere Engelse vertalingen blijven gebruiken, wat eigenlijk ook een vreemde zaak is.
Overigens, de KJV (en er iets onder: de N[ew]KJV) is een excellente vertaling!

2 Er is twijfel. De discipelen zijn niet ongelovigen (ze aanbidden de Heere). Die twijfel spreekt dus van twijfelmoedigheid. Kunnen wij ook meemaken.

3 Hem is gegeven alle macht regeermacht, vs 18.
De Kanttekenaars bij de St.V. tekenen hierbij aan: d.i. alle autoriteit en vermogen, namelijk om als het Hoofd der gemeente dezelve door de gehele wereld te vergaderen, te regeren en te beschermen.

Vgl. Ps. 8:7;
Matth. 11:27;
Joh. 17:2;
Ef. 1:22.

En deze Heer(e) is met hen tot aan de voleinding van de wereld, vs 20! Deze belofte is in de eerste plaats bedoeld voor Jezus’ discipelen en in hun voetsporen de oudsten/ouderlingen van de gemeente (vgl. 1Ptr. 5:1), maar via hen ook voor alle ‘onder’-discipelen (iedere gelovige).
De Kanttekenaars noteren bij dit vers: namelijk met u, Mijn discipelen, en al uw navolgers in Mijn gemeente; en dat naar Mijn Godheid, majesteit, genade en Geest.

Vgl. Joz. 1:5b-9;
Hbr. 13:5b;
Psalm 23.

Vs 18 en 20 zijn als het ware de rivierbedding waardoor de opdracht van vs 19 kan stromen.

4 Drieledige opdracht. Let op de volgorde:

  •  Het begin-/Evangelie-onderwijs geven, discipelen maken;
      vgl. Hnd. 14:21 (en zie Mk. 16:15,16).
  •  Hen dopen.
  •  Hun leren onderhouden al wat de Heere geboden heeft.

Gedoopt worden zij die getuigen in de Heere Jezus te geloven en Hem willen volgen.

5 ‘De Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’: de Drie-enige God.

Dopen in = dompelen in.
Waarin dompelen? In de drie-enige God. Een geestelijk dompeling die je ondergaat als je tot geloof in Christus komt. Als je in Christus gaat geloven word je niet alleen in Hem gedompeld, maar door Hem als Middelaar ook in de Vader en in de Heilige Geest.

6 In Christus gedompeld wil zeggen dat we in plaats van buiten Christus te zijn, in Christus zijn gekomen. In Christus: d.i. verbonden met Hem; een band met Hem gekregen; deel aan Hem en door Hem ook met God de Vader en God de Heilige Geest.

T.a.v. de geschiedenis van de ark: acht personen gingen door het geloof de ark in, die door God veilig werd afgesloten. De ark is type van de Ark met een hoofdletter, onze Heere Jezus.

7 Als je in Christus gedompeld bent, heb je deel aan Zijn sterven, begraven, en opstanding tot een nieuw leven. Van dit alles is de waterdoop teken en zegel. Je verlangen is dan een nieuw leven, dat is een leven met God, te leiden.

De doopkandidaat kan dus wel worden gevraagd of hij inderdaad dat nieuwe leven met God wil leven, dus als de discipel de Heere Jezus na wil volgen (Matth. 28:19).

8 De doop is ook beeld van de afwassing van zonden. Het gaat in Hand. 22:16 dus om een symbolisch af-/wegwassen van de zonden. De werkelijke wassing is door het verzoenend bloed van Jezus.

9 In Hand. 2:38 worden respectievelijk de (nog) niet-gelovige persoon en de aspirant dopeling aangesproken: zich bekeren en gedoopt laten worden (en zich laten leren/onderwijzen, Hand. 2:42).

De geestelijk onderdompeling in Christus en de bevestigende symbolische waterdompeling onderga je. Het is Gods genadewerk.

Vergeven/gered word je door Jezus Christus, door het geloof, Mattheüs 1:21;  Handelingen 16:30,31. Toch staat de opdracht tot dopen vlak na de opdracht tot bekering, wat aangeeft dat de waterdoop een bezegeling is van de bekering van een persoon, een stempel van echtheid.

‘Dopen in de Naam van Jezus Christus’ is niets anders dan ‘dopen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’. Door de Heere Jezus als Middelaar heb je ook deel aan de Vader en aan de Zoon, dus aan de drie-enige God!

10 Er is geen tweede, latere doop in de Heilige Geest dus, zoals de Pinksterbeweging leert. Als je tot bekering/tot geloof in Christus komt, word je geestelijk in God de Vader, God de Zoon en in God de Heilige Geest gedoopt, dat door de waterdoop symbolisch wordt bezegeld.
Zie evt. over de Doop in/met de Heilige Geest: Billy Graham, De Heilige Geest, hoofdstuk 5.

Het antwoord inzake spontaan dopen is verbonden met wat we uit het voorgaande al geleerd hebben: je lijkt ermee christelijke vrijheid te creëren, maar je komt tot onverantwoord handelen:

  1. ’t Voorgesprek kan niet voldoende gedegen zijn. Tijd om door te praten moeilijk.

    • Wie is de persoon die zich aanmeldt,
    • wie is de Heere Jezus voor Hem,
    • zijn er mensen in de gemeente die gegronde bezwaren hebben, bijvorbeeld leeft iemand in zonde, leeft iemand in onmin met anderen, wil de persoon zich bij gemeente voegen, zich verder onder leiding van oudsten laten leren?
    • Is persoon lid van een andere gemeente (staat dan onder verantwoording van oudstenraad van die gemeente).
    • En stel dat ’t gesprek niet positief is…? Je kunt grote opschudding krijgen tijdens samenkomst (vgl. 1Kor. 14:40) en wellicht de persoon die zich aanmeldt, omdat je niet tijd genoeg hebt om met hem te praten en dingen uit te leggen, een stuk achterop brengen in zijn geestelijke ontwikkeling (hij kan zelfs afhaken).
  2. Kans op een meer op emotionele gronden gemaakte keus – in tegenstelling tot een wils-beschikking – groot (bv. bij psychisch minder sterke persoon).
  3. Men kan geen familie, kennissen, collega’s etc nodigen (sommige mensen willen zich zelfs anoniem laten dopen…); de doop wil worden gezien door de bekenden van de dopeling. Zie punt 12 in de studie.
  4. Wat is er tegen om in een volgende te beleggen doopsamenkomst te worden gedoopt?

    M.b.t. spontaan dopen vaak als bewijs aangevoerd: Hand. 8:26vv;  Handelingen 16. Echter:

    • Filippus met Moorman in gesprek, wie weet hoelang. En Paulus in gesprek met gevangenbewaarder.
    • Zendingssituatie; er waren (veelal) nog geen gemeenten.
    • Het gaat om geschiedenissen; dan goed nagaan wat er wel of niet normatief is in het gebeuren.

    11 De doop is een bemoediging voor je geloofsleven: zo zeker als ik ondergedompeld wordt, zo zeker is het dat ik door Gods genade, door het geloof deel heb aan de Heere Jezus Christus en aan Zijn dood en opstanding tot nieuwheid van leven.

    De doop is een ‘eerste’ opdracht (het is de eerste opdracht die de Heere geeft na het discipel worden). Je wilt, als je je van harte laat dopen, dan ook gehoorzamen in alle dingen Matth. 28:19;  Romeinen 6).

    Wezenlijk voor het dopen is het zichtbaar belijden van het geloof in woord (persoonlijk getuigenis) en daad (doop – de doop wil worden gezien).
    Je getuigt dat je door het geloof met Christus bent verbonden (Rom. 6:3,4) en door Zijn bloed gewassen bent (Hand. 22:16;  1Johannes 1:7).

    N.B. dat belijden hoort in eerste plaats voor de dichtstbijzijnde naasten te zijn. Hen ervoor uitnodigen. Voor je geloof uitkomen (Matth. 10:32;  Hand. 1:8).